Operating Instructions
- 202 -
Als een smartphone voor het eerst als draadloze sub-
camera met dit toestel verbonden wordt
∫ Gebruik van NFC om een verbinding tot stand te brengen
≥ Schakel de NFC-functie van de smartphone in.
1 (Als het Wi-Fi Set-up-menu gebruikt wordt)
Druk op dit toestel op de Wi-Fi-knop en raak
[TWIN CAMERA] aan.
(Als het opnamescherm gebruikt wordt)
Raak het opnamescherm op dit toestel aan en
raak aan.
≥ Controleer of het scherm voor de selectie van het
te verbinden apparaat weergegeven wordt.
2 Start de toepassing “Image App” van de
smartphone.
3 Raak de smartphone op van dit toestel aan.
≥ Raak het NFC-aanraakgebied aan terwijl het NFC-merkteken
op het scherm van de smartphone weergegeven wordt.
≥ Als het de eerste keer is dat de smartphone zich met dit
toestel in verbinding stelt, raak dan [JA] aan op het scherm
van dit toestel en raak vervolgens opnieuw de smartphone op
van dit toestel aan.
≥ Als het toestel zelfs niet herkend wordt wanneer de
smartphone aangeraakt wordt, verander dan de posities en probeer het opnieuw.
≥ Zodra de verbinding voltooid is, wordt het beeld dat door de smartphone gezien wordt op het sub-
venster van dit toestel weergegeven.
Als het toestel een Android is (NFC-compatibel)
1/2
A [TWIN CAMERA]
B [STOP]
A [Wireless Twin Camera]
B [Smartphone]
C [Andere Camera]
D [Annuleren]










