Operating instructions
52
(see Note 1)
(see Note 2)
Scannen met de invoereenheid
4
a
Alle documenten worden met een bestandsnummer in het
geheugen opgeslagen.
Vervolgens kiest het toestel het faxnummer
Scannen vanaf de glasplaat
4
b
Wanneer er een origineel op de glasplaat wordt gelegd,
verschijnt nevenstaand venster.
(1) Druk op of om het papierformaat van het origineel
op glasplaat in te stellen en druk op om het
document in het geheugen op te slaan.
(2) Druk op "1" op "JA" te kiezen wanneer er een ander
origineel moet worden opgeslagen.
Druk op "2" om "NEE" te kiezen wanneer er geen andere
originelen zijn. (Zie opmerking 2)
Wanneer u voor "JA" heeft gekozen, stelt u het
papierformaat van het origineel in en drukt u op
.
Wanneer u voor "NEE" heeft gekozen, begint het toestel
met het kiezen van het faxnummer.
OPMERKING
1. Voor u het document in het geheugen opslaat kunt u de bij stap 3 gekozen telefoonnummers nog nakijken door
op of te drukken. Druk op om indien nodig een op het display weergegeven
bestemming of groep te wissen.
2. Het toestel begint met het kiezen van het faxnummer wanneer er gedurende 60 seconden geen activiteit is.
OPSLAAN BER. NR.=001
PAG.=001 01%
OPSLAAN : GEREED
AANTAL PAG.=005 25%
* KIEZEN * NO.002
5551234
ORIGINEL=A4
DRUK OP STARTTOETS
START
OPSLAAN BER. NO.002
PAG.=001
VOLGENDE ORIGINEEL ?
1:JA 2:NEE
START
* KIEZEN * NO.002
5551234
WISSEN/STOP
Documenten verzenden










