Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken Digitale Camera Model Nr. DMC-LZ20 Gelieve deze instructies volledig door te lezen alvorens dit product in gebruik te nemen en bewaar deze gebruiksaanwijzing voor toekomstig gebruik.
Inhoudsopgave Voordat u de camera gaat gebruiken Voordat u de camera gaat gebruiken.............................................................................. 6 Standaard-accessoires .................................................................................................... 8 Namen en functies van de hoofdonderdelen ................................................................. 9 Cursortoets.......................................................................................................
Inhoudsopgave Basisbediening Bedieningsvolgorde ....................................................................................................... 25 Foto’s maken met uw eigen instellingen Modus [Program AE] ................................ 28 Scherpstellen .................................................................................................................. 29 Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto] ............... 30 Omtrent de flitser.......................
Inhoudsopgave Toepassing (opname) Weergave opnamegegevens wijzigen .......................................................................... 50 Zoom gebruiken.............................................................................................................. 51 Zoomwerking en gebruik ...................................................................................................................52 Foto’s opnemen met een flitser .................................................................
Inhoudsopgave Toepassing (beeldweergave) Verschillende afspeelmethoden [Afspeelfunctie]....................................................... 84 [Diashow] ..........................................................................................................................................85 [Categorieselectie] ............................................................................................................................86 [Kalender] ........................................................
Voordat u de camera gaat gebruiken ■Hanteren van de camera Vrijwaar de camera tegen heftige trillingen, schokken of zware druk. ●Gebruik de camera niet onder de volgende omstandigheden, die schade aan de lens, het lcd-scherm of het camerahuis kunnen toebrengen. Dit kan ook leiden tot storingen in de camera of mislukte opnamen.
Voordat u de camera gaat gebruiken ■Maak altijd eerst een proefopname Vóór het gebruik van de camera bij belangrijke gebeurtenissen (zoals een huwelijksvoltrekking e.d.) dient u altijd eerst een proefopname te maken, om te zien of beeld en geluid naar behoren worden opgenomen. ■Er wordt geen compensatie geboden voor verloren opnamen Wij kunnen geen compensatie bieden voor gemiste kansen of opnamen die verloren gaan door technische problemen met de camera of de kaart.
Standaard-accessoires Controleer of alle accessoires bijgeleverd zijn alvorens het toestel in gebruik te nemen. ●De accessoires en de vormgeving ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of de regio waar de camera is aangeschaft. Raadpleeg de beknopte gebruiksaanwijzing voor meer informatie over de accessoires. ●LR6/AA alkaline batterijen of HR6/AA oplaadbare Ni-MH (nikkel-metaal hydride) batterijen worden in de tekst aangeduid als batterij (of batterijen).
Namen en functies van de hoofdonderdelen 1 Indicator voor zelfontspanner (→60) / AF-assistlampje (→26, 81) 2 Flitser (→26, 53) 1 2 3 Lens 3 4 4 Lcd-scherm (→50, 103, 104) 5 [EXPOSURE]-knop (→63) Hiermee stelt u de sluitertijd of de diafragmawaarde in (alleen in de modus ). 6 Afspeelknop (→27, 36, 84) Hiermee schakelt u naar de afspeelmodus. 7 Cursortoets (→11) 5 6 7 8 8 [DISP.]-knop (→50) Hiermee kunt u de aanduidingen omschakelen. 9 [Q.
Namen en functies van de hoofdonderdelen 10 11 10 Flitser-open-knop (→53) 11 Lusje voor schouderriem (→13) 12 Lensbuis 13 Luidspreker (→45) 14 [AV OUT/DIGITAL]-aansluiting 12 13 14 [AV OUT/DIGITAL]-aansluiting (→92, 97, 99) ●Sommige methodes van het vasthouden van de camera zouden de luidspreker kunnen blokkeren, hetgeen het horen van de pieptoon enzovoort moeilijk maakt.
Namen en functies van de hoofdonderdelen 15 16 17 18 19 20 15 Microfoon (→26, 34) 16 Modusknop (→25) Hiermee selecteert u de opnamemodus. 17 Zoomhendel (→51) Hiermee kunt u inzoomen op een veraf onderwerp om het groter in beeld te brengen. 18 Ontspanknop (→26, 28, 34) Hiermee kunt u scherpstellen en foto’s en films opnemen. 19 Aan/uit-knop (→23, 25) Hiermee schakelt u de camera aan en uit. 21 20 Statiefaansluiting (→117) Sluit niet aan op een statief met een schroef van 5,5 mm of langer.
De lensdop/schouderriem bevestigen De lensdop bevestigen Als u de camera uitschakelt of de camera meeneemt, bevestigt u de lensdop (bijgeleverd) om het oppervlak van de lens te beschermen. Haal het lensdopriempje door het lusje voor schouderriem op de camera • Bevestigt u het lensdopriempje voordat u de schouderriem bevestigt. • Haal de kortere lus van het riempje door het lusje. Haal het lensdopriempje door het lusje voor lensdop • Haal de lensdop door de lus van het riempje en draai het aan.
De lensdop/schouderriem bevestigen De schouderriem bevestigen We raden u aan de schouderriem (bijgeleverd) te gebruiken om te voorkomen dat de camera valt. Haal de schouderriem door het lusje van de schouderriem op het lichaam van het toestel Lusje voor schouderriem • Bevestig de schouderriem zodat het "LUMIX"-logo aan de buitenkant staat.
De batterijen ■Batterijen die u in dit toestel kunt gebruiken LR6/AA alkaline batterijen of optionele HR6/AA oplaadbare Ni-MH (nikkel-metaal hydride) batterijen kunnen gebruikt worden in dit toestel. ●EVOLTA (EVOIA) batterijen (Panasonic batterijen) kunnen ook gebruikt worden. ●De volgende batterijen zijn niet te gebruiken.
Insteken en verwijderen van batterijen Verplaats de vrijgavehendel naar de positie [OPEN] ( ) en schuif het klepje voor kaart/ batterij in de richting van ( ) om het te openen Schuif de batterijen helemaal in met de juiste richting van de en polen Sluit het klepje voor kaart/ batterij en schuif het klepje tot u een sluitklik hoort - 15 - VQT4K68
Insteken en verwijderen van batterijen Schakel de camera uit. ■Verwijdering van de batterijen Kantel de camera en vang de batterijen in uw hand. Zorg dat u ze niet laat vallen. ●Als u de batterijen wilt verwijderen, schakelt u de camera uit en wacht u tot de indicator LUMIX op het lcd-scherm uitgaat. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen en kunnen de kaart of opgenomen gegevens beschadigd raken.) ●Verwijder de batterijen indien u de camera gedurende een lange periode niet gebruikt.
Insteken en verwijderen van batterijen Resterend batterijvermogen Resterend batterijvermogen (knippert rood) Als het batterijsymbool rood knippert, dient u de batterijen te vervangen door nieuwe. Richtlijnen voor aantal op te nemen beelden en beschikbare opnameduur Het aantal op te nemen beelden of de beschikbare opnameduur kan variëren afhankelijk van de omgeving en gebruiksomstandigheden. De aantallen kunnen minder zijn als de flitser, de zoomfunctie e.d.
Insteken en verwijderen van batterijen Let erop dat de prestaties van alkaline batterijen aanzienlijk achteruit gaan bij lage temperaturen.
Insteken en verwijderen van een (optionele) kaart Schakel de camera uit. Verplaats de vrijgavehendel naar de positie [OPEN] ( ) en schuif het klepje voor kaart/ batterij in de richting van ( ) om het te openen Schuif de kaart helemaal in de camera • Inschuiven tot de kaart vastklikt. Kaart (controleer de richting) • Raak de aansluitingen op de achterkant van de kaart niet aan.
Insteken en verwijderen van een (optionele) kaart Schakel de camera uit. ■Verwijdering van de kaart Druk op het midden van de kaart. ●Houd de geheugenkaart buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze deze inslikken. ●Als u de kaart wilt verwijderen, schakelt u de camera uit en wacht u tot de indicator LUMIX op het lcd-scherm uitgaat. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen en kunnen de kaart of opgenomen gegevens beschadigd raken.
Ingebouwd geheugen/kaarten Bestemming voor het opslaan van beelden (kaarten en ingebouwd geheugen) Beelden worden op een kaart opgeslagen indien er een is ingevoerd, of op het ingebouwde geheugen indien niet. ■ Ingebouwd geheugen (ongeveer 100 MB) ●Beelden kunnen gekopieerd worden tussen kaarten en het ingebouwde geheugen. (→91) ●De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een kaart.
Ingebouwd geheugen/kaarten Richtlijnen voor opnamecapaciteit (aantal beelden/filmopnameduur) Het aantal beelden dat u kunt opnemen en de opnameduur variëren met de capaciteit van de kaart (naast de opname-omstandigheden en het type kaart).
Instellen van de klok Bij verzending van de camera is de klok niet ingesteld. • Zorg dat u de lensdop losmaakt wanneer u de camera inschakelt. Druk op de aan/uit-knop De camera wordt ingeschakeld. Als het taalkeuzescherm niet wordt weergegeven, gaat u naar stap .
Instellen van de klok Wijzigen van de tijdsinstelling Wanneer u de datum en tijd opnieuw moet instellen, selecteert u [Klokinst.] in het menu [Set-up] of [Opname]-menu. • Als ongeveer 2 uur verstreken zijn na het plaatsen van de batterijen met voldoende capaciteit in de camera, dan worden de klokinstellingen bewaard gedurende ongeveer 120 uur zelfs als u de batterijen verwijdert. Selecteer [Klokinst.
Bedieningsvolgorde Zorg dat u de lensdop losmaakt wanneer u de camera inschakelt. Druk op de aan/uit-knop 1 Aan/uit-knop Stel in op de gewenste opnamemodus Stel de modusknop correct in op de modus die u wilt gebruiken. → Foto’s opnemen met automatische instellingen. (→30) Foto’s opnemen met uw eigen De modus [Program AE] instellingen. (→28) Diafragma en sluitertijd instellen en De modus [Handm. belicht.] vervolgens foto’s opnemen.
Bedieningsvolgorde Richt de camera en neem foto’s Ontspanknop Microfoon ■Foto’s opnemen Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen Ontspanknop indrukken en ingedrukt houden om een beeld op te nemen ■Films opnemen (→34) Stel de modusknop in op Druk op de ontspanknop om te beginnen met filmen en druk nogmaals om te stoppen Modusknop 3 ■De camera vasthouden Flitser (→53) AF-assistlampje • Om te voorkomen dat de camera gaat trillen, houdt u deze met beide handen vast, houdt u uw armen strak langs
Bedieningsvolgorde Druk op de afspeelknop 4 Afspeelknop Bekijk de beelden (→36, 69) 5 • Druk op om een beeld te selecteren • Druk op om films of panoramabeelden af te spelen Schakel de camera uit (druk op de aan/uit-knop) 6 ■Schakel de camera aan in afspeelmodus Afspeelknop indrukken en ingedrukt houden. • Beelden op de kaart of het ingebouwde geheugen worden weergegeven.
Foto’s maken met uw eigen instellingen Modus [Program AE] Opnamemodus: In het menu [Opname] instellingen wijzigen en uw eigen opnameomgeving instellen.
Scherpstellen Als [AF mode] is ingesteld op (Scherpstellen op 1 punt), stelt u scherp op het AFgebied in het midden van het beeld. Volg onderstaande stappen als het gewenste onderwerp zich niet in het midden bevindt.
Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto] Opnamemodus: U hoeft alleen de camera op het onderwerp te richten en automatisch worden instellingen gebruikt op basis van informatie zoals "gezicht", "beweging", "helderheid" en "afstand", dat wil zeggen dat u scherpe foto’s maakt zonder de camera handmatig in te stellen.
Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto] Automatische scènedetectie Gericht op uw onderwerp, leest de camera de scène af en maakt dan automatisch de optimale instellingen.
Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto] [Tracking AF] Deze functie stelt de camera in staat om scherpgesteld te blijven op het onderwerp en ook de belichting van het onderwerp te corrigeren terwijl het onderwerp beweegt. Druk op om AF mode in te stellen op [Tracking AF] • Uitschakelen van de Tracking AF → Druk nogmaals op . Plaats het Tracking AF kader over uw onderwerp en druk dan op om het te vergrendelen • Uitschakelen van de AF-vergrendeling → Druk op .
Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto] Beperkingen [Intelligent auto]-modus Alleen de menu-onderdelen die worden weergegeven in de modus [Intelligent auto] kunnen worden ingesteld. De instellingen die zijn gekozen in [Program AE] of andere modi zijn weerspiegeld voor de niet weergegeven menu-onderdelen in het menu [Set-up].
Filmen van bewegende beelden Modus [Bewegend beeld] Opnamemodus: U kunt films met geluid (mono) maken. Stel in op (modus [Bewegend beeld]) Microfoon Beginnen met filmen Half indrukken (licht indrukken voor scherpstellen) Resterende opnameduur (ongeveer) Volledig indrukken (helemaal indrukken voor opname maken) ●Na volledig indrukken laat u de ontspanknop onmiddellijk weer los. ●De zoom blijft zoals die was aan het begin van de opname.
Filmen van bewegende beelden Modus [Bewegend beeld] ●Tijdens het opnemen van films raden we u aan batterijen met voldoende capaciteit te gebruiken. ●De beschikbare opnametijd die op het scherm wordt weergegeven, neemt mogelijk niet regelmatig af. ●Als er herhaaldelijk gegevens worden opgenomen en gewist, kan de totale beschikbare opnameduur op de SD-kaart teruglopen. Om dan de oorspronkelijke capaciteit te herstellen, gebruikt u de camera om de SD-kaart te formatteren.
Uw beelden bekijken [Normaal afsp.] Wanneer er een kaart in de camera aanwezig is, worden de beelden van de kaart afgespeeld. Zonder kaart worden de beelden uit het ingebouwde geheugen afgespeeld. Druk op de afspeelknop • Druk nogmaals om naar de opnamemodus te gaan. Gebruik de cursortoets om een beeld te selecteren dat u af wilt spelen • Houd ingedrukt om snel vooruit/achteruit te bladeren.
Uw beelden bekijken [Normaal afsp.] Inzoomen en bekijken "zoom afspelen" Naar T draaien Huidige zoomstand 1x 2x 4x 8x 16x Naar T draaien Naar W draaien • Zoompositie verplaatsen → ●Zoom afspelen is niet mogelijk tijdens het afspelen van films.
Uw beelden bekijken [Normaal afsp.] Beelden bekijken volgens hun opnamedatum "Kalender afspelen" Geselecteerde datum Naar W draaien scherm met 1 beeld scherm met 12 beelden scherm met 30 beelden Kalender afspelen Naar W draaien Naar T draaien • Wanneer u een opnamedatum selecteert met de cursortoets en op [MENU/SET] drukt, verandert de weergavemethode naar het scherm met 12 beelden. ●Alleen maanden waarin beelden zijn opgenomen, worden op het kalenderscherm weergegeven.
Uw beelden bekijken [Normaal afsp.] Filmbeelden bekijken Selecteer een beeld met het filmpictogram en druk op Nu begint het afspelen. Filmopnameduur Nadat het afspelen begint, wordt de verstreken speelduur weergegeven in de rechter bovenhoek van het scherm.
Beelden verwijderen Beelden worden gewist van de kaart als er een kaart is geplaatst, of uit het ingebouwde geheugen als er geen kaart is geplaatst. (Verwijderde beelden kunnen niet worden teruggehaald.) Druk hierop om het weergegeven beeld te verwijderen • Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Selecteer [Ja] met de cursortoets en druk dan op [MENU/SET]. ●Schakel tijdens de verwijdering de stroom niet uit. ●Gebruik batterijen met voldoende capaciteit.
Beelden verwijderen Meerdere beelden wissen (tot 50 tegelijk)/Wissen van alle beelden Druk hierop om het weergegeven beeld te verwijderen Gebruik om [Multi wissen]/[Alles wissen] te selecteren en druk op [MENU/SET] ■[Multi wissen] Gebruik de cursortoets om een beeld te selecteren en druk dan op de [DISP.]knop • Annuleren → Druk nogmaals op de [DISP.]-knop. • Uitvoeren → Druk op [MENU/SET]. Geselecteerd beeld • Er verschijnt een verzoek om bevestiging.
Het menu instellen Zie het onderstaande voorbeeld voor de menubediening. Voorbeeld: Wijzigen van de [AF mode] in het menu [Opname] in de modus [Program AE] Druk op [MENU/SET] Het menukeuzescherm verschijnt. Druk op om het [Opname]-menu te selecteren en druk op [MENU/SET] Druk op om [AF mode] te selecteren en druk op [MENU/SET] : Pagina’s De pagina’s zijn ook te kiezen met de zoomhendel.
Het menu instellen Menutype [Opname]-menu (Alleen in opnamemodus) Wijzigen van uw beeld-voorkeurinstellingen (→73) • U kunt de kleur, fotoresolutie en andere onderdelen instellen. [Set-up]-menu De camera nog gebruiksvriendelijker maken (→45) • U kunt de klokinstellingen, geluidsvolume enzovoort specificeren om de camera gebruiksvriendelijker te maken.
Het menu instellen Gebruik van het Quick-menu Tijdens het opnemen kunt u eenvoudig een aantal menu-onderdelen oproepen om die in te stellen. Druk op [Q.MENU]-knop Druk op om een menu-onderdeel te kiezen Druk op om de instellingen te selecteren Druk op [MENU/SET] ●Welke menu-onderdelen en instellingen er worden weergegeven verschilt afhankelijk van de opnamemodus.
Gebruik van het menu [Set-up] [Klokinst.], [Besparing] en [Auto review] zijn belangrijk voor de klokinstelling en de batterijgebruiksduur. Controleer deze instellingen voordat u de camera gebruikt. • Voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [Set-up] (→42) Onderdeel [Accu] Specificeer het type batterij zodat het juiste resterende batterijvermogen wordt weergegeven. [Klokinst.] Instellingen, opmerkingen [Alkaline] / [Ni-MH] Selecteer het type batterijen.
Gebruik van het menu [Set-up] • Voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [Set-up] (→42) Onderdeel [LCD mode] Het lcd-scherm beter zichtbaar maken. Instellingen, opmerkingen [Auto power LCD]: De helderheid wordt automatisch ingesteld, afhankelijk van de lichtsterkte rondom de camera. [Spanning LCD]: Hiermee maakt u het scherm helderder dan normaal (voor buiten). [Gr.
Gebruik van het menu [Set-up] • Voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [Set-up] (→42) Onderdeel Instellingen, opmerkingen [Histogram] Controleer de helderheid van het beeld in de grafiek. [ON] / [OFF] (Bijvoorbeeld) Een piek in het midden wijst op optimale helderheid (juiste belichting). Dit kunt u gebruiken als Donker ← OK → Licht vingerwijzing voor de belichtingscompensatie e.d.
Gebruik van het menu [Set-up] • Voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [Set-up] (→42) Onderdeel [Auto review] Foto’s automatisch weergeven direct nadat u ze hebt gemaakt. [Resetten] Terugkeren naar de standaardinstellingen. [Output] Wijzig de instellingen die u wilt gebruiken wanneer de camera is aangesloten op een TV of ander apparaat.
Gebruik van het menu [Set-up] • Voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [Set-up] (→42) Onderdeel Instellingen, opmerkingen [Versie disp.] De huidige versie wordt weergegeven. [Formatteren] • Gebruik batterijen met voldoende capaciteit. Verwijder de kaarten als u het ingebouwde geheugen gaat formatteren. (Bij gebruik van een geheugenkaart wordt alleen deze kaart geformatteerd: Als er geen kaart is, wordt het ingebouwde geheugen geformatteerd.
Weergave opnamegegevens wijzigen Wisselen tussen verschillende weergaven op het lcd-scherm, zoals histogrammen. Druk op de [DISP.]-knop om de weergave te wijzigen ■In de opnamemodus Opnameinformatie∗ Geen schermweergave Richtlijnen∗ Opnameinformatie∗ Geen schermweergave ■In de afspeelmodus Beeldinformatie ∗ Stel [Histogram] in om een histogram weer te geven. (→47) ●Tijdens zoom afspelen, afspelen van bewegende beelden, diashow: U kunt de weergave alleen in- en uitschakelen.
Zoom gebruiken Opnamemodus: U kunt het gebied van een beeld dat u wilt opnemen, met de zoomfunctie aanpassen. In-/uitzoomen Groter gebied fotograferen (groothoek) Het onderwerp vergroten (tele) Wanneer de extra optische zoom is ingesteld Scherpstelbereik Zoomfactor Digitaal zoombereik Optisch zoombereik Zoombalk ●Stel scherp nadat u de zoominstelling hebt aangepast. ●Raak de lensbuis tijdens het zoomen niet aan.
Zoom gebruiken Zoomwerking en gebruik De zoomfactor verandert wanneer de fotoresolutie wordt gewijzigd. (→73) ■Optische zoom Inzoomen tot 21x is mogelijk wanneer er beelden zonder [Fotoresolutie] in het menu [Opname]. worden geselecteerd via ●Optische zoom kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt: • Scènemodus ([Panorama-opname]) • [Macro zoom] ■Extra optische zoom Inzoomen tot 48,5x is mogelijk wanneer er beelden met [Fotoresolutie] in het menu [Opname].
Foto’s opnemen met een flitser Opnamemodus: Flitser-open-knop ■De flitser openen Druk op • Sluit de flitser altijd als u deze niet gebruikt. ■De flitser sluiten Druk op de flitser tot deze klikt. • De flitserinstelling is vastgesteld op [Gedwongen uit] terwijl de flitser gesloten is. ●Zorg ervoor dat er geen vinger klem blijft zitten wanneer u de flitser sluit.
Foto’s opnemen met een flitser Druk op zodat er [Flitser] verschijnt Gebruik de cursortoets om het gewenste type te kiezen en druk dan op [MENU/SET] ∗1 Type, bewerkingen [Auto] • Bekijkt automatisch wanneer de flitser moet worden gebruikt [Auto/rode-og]∗2 • Bekijkt automatisch wanneer de flitser moet worden gebruikt (met rode-ogenreductie) [Flitser altijd aan] • Altijd flitsen [Lngz. sync.
Foto’s opnemen met een flitser ●Het effect van de rode-ogenreductie varieert, afhankelijk van het onderwerp, en wordt beïnvloed door factoren zoals afstand tot het onderwerp, of het onderwerp tijdens de voorflits naar de camera kijkt enzovoort. In sommige gevallen is het effect van de rode-ogenreductie verwaarloosbaar. Flitser ●Let op dat u het flitsvenster niet met uw vingers bedekt en kijk niet van dichtbij (enkele centimeters) in de flitser.
Foto’s opnemen met een flitser ■Beschikbare typen in elke modus (○: beschikbaar, –: niet beschikbaar, : standaardinstelling) [Scènemode] ○∗1 ○ ○ ○ ○ – – – ○ ○ ○ – ○ ○ ○ ○ – ○ – ○ ○ ○ ○ – – – ○ ○ ○ ○ – – – ○ – – – ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ∗ in op , , of afhankelijk van het onderwerp en de helderheid. • De flitser is niet te gebruiken bij het filmen, in de modus [Landschap] of in de scènemodi , en .
Close-upfoto’s opnemen Opnamemodus: Wanneer u het onderwerp van dichtbij beeldvullend wilt opnemen, kunt u door instellen op [Macro-AF] ( ) onderwerpen dichter benaderen dan bij het normale scherpstelbereik (tot op 2 cm in max. groothoekstand).
Close-upfoto’s opnemen Scherpstelbereik Wanneer het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt, kan er niet goed op het beeld worden scherpgesteld. De kortste opnameafstand is afhankelijk van de zoomfactor en de instelling in de macro-opnamemodus. ■Kortste opnameafstand De kortste opnameafstand is de afstand van de voorkant van de lens tot het onderwerp. Deze afstand verandert geleidelijk, afhankelijk van de zoomstand.
Close-upfoto’s opnemen [Macro zoom] Om uw onderwerp nog dichter te benaderen, kunt u instellen op [Macro zoom] zodat uw onderwerp nog groter in beeld verschijnt dan bij de [Macro-AF]. Druk op zodat er [Macro stand] verschijnt Gebruik de cursortoets om in te stellen op [Macro zoom] en druk dan op [MENU/SET] Regel de vergroting van de digitale zoom met de zoomhendel De zoomstand is vastgelegd op max. groothoek. Het scherpstelbereik is 2 cm - .
Foto’s maken met de zelfontspanner Opnamemodus: We raden u aan een statief te gebruiken. Deze optie is ook effectief om bewegingen te voorkomen wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, door de zelfontspanner in te stellen op 2 seconden. Druk op zodat er [Zelfontspanner] verschijnt Gebruik de cursortoets om de tijdsduur te kiezen en druk dan op [MENU/SET] Neem een beeld op Druk de ontspanknop helemaal in om te beginnen met opnemen na de vooraf ingestelde tijd.
Foto’s opnemen met belichtingscompensatie Corrigeert de belichting wanneer een goede belichting niet mogelijk is (bij grote verschillen tussen de helderheid van het object en de achtergrond enzovoort). ■ Opnamemodus: Druk op zodat er [Belichting] verschijnt Gebruik de cursortoets om een waarde te kiezen en druk dan op [MENU/SET] • Als het beeld te donker is, regelt u de belichting bij naar de "+" kant toe. • Als het beeld te licht is, regelt u de belichting bij naar de "-" kant toe.
Foto’s opnemen met belichtingscompensatie [Auto bracket] Er worden 3 opeenvolgende foto’s gemaakt en de belichting wordt automatisch gewijzigd. Na de belichtingscompensatie wordt de compensatiewaarde als standaard ingesteld.
Het diafragma en de sluitertijd bepalen voor uw opname Modus [Handm. belicht.] Opnamemodus: In deze opnamemodus kunt u elke willekeurige diafragmawaarde en sluitertijd instellen wanneer u met de belichtingsregeling geen opname kunt maken bij de gewenste belichting (licht/donker). Ook zijn opnamen met een lange belichting tot maximaal 15 seconden mogelijk. Stel de modusknop in op (Modus [Handm. belicht.]) • Het hulpmiddel voor de handmatige belichting wordt weergegeven.
Beelden opnemen van mensen Modus [Portret] Opnamemodus: Verbetert de huidskleur van onderwerpen voor een gezonder uiterlijk in helder daglicht. Stel de modusknop in op ■Tips • Hoe meer de zoom wordt gedraaid naar T en hoe dichter u met de camera bij uw onderwerp komt, des te geprononceerder zal het effect zijn.
Beelden opnemen van landschappen Modus [Landschap] Opnamemodus: Heldere foto’s maken van brede onderwerpen op afstand. Stel de modusknop in op ●De flitser wordt ingesteld op [Gedwongen uit].
Beelden opnemen van sportevenementen Modus [Sport] Opnamemodus: Foto’s maken van scènes met snelle bewegingen, bijvoorbeeld sport. Stel de modusknop in op ■Tips • Ga op minstens 5 m afstand staan.
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [Scènemode] Opnamemodus: Met [Scènemode] kunt u foto’s maken met optimale instellingen voor specifieke scènes (belichting, kleur enzovoort).
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [Scènemode] • Een scène selecteren (→67) • Flitser gebruiken in scènemodi (→56) [Panorama-opname] Maakt één panoramabeeld door 3 foto’s aan elkaar te plakken. Gebruik de cursortoets om de opnamerichting te kiezen en druk dan op [MENU/SET] om die vast te leggen Controleer de opnamerichting en druk op [MENU/SET] Speciale richtlijnen voor panoramafoto’s worden tijdens de opname weergegeven.
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [Scènemode] ●De zoomstand is vastgelegd op max. groothoek. ●De scherpstelling, witbalans en belichtingscompensatie worden allemaal vast ingesteld op de optimale waarde voor het eerste beeld.
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [Scènemode] • Een scène selecteren (→67) • Flitser gebruiken in scènemodi (→56) [Nachtportret] Foto’s maken van mensen en nachtlandschappen met benadering van de werkelijke helderheid. ■Tips • Gebruik de flitser. • Het onderwerp mag niet bewegen. • Statief en zelfontspanner aanbevolen. [Nachtl.schap] Heldere foto’s maken van nachtscènes. ■Tips • Statief en zelfontspanner aanbevolen. ●De sluitertijd kan langzamer worden, tot 8 seconden.
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [Scènemode] • Een scène selecteren (→67) • Flitser gebruiken in scènemodi (→56) [Voedsel] Natuurgetrouwe beelden opnemen van voedsel. [Baby] Beelden opnemen van een baby met een gezonde gelaatskleur.
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [Scènemode] • Een scène selecteren (→67) • Flitser gebruiken in scènemodi (→56) [Zonsonderg.] Heldere beelden opnemen van scènes als zonsondergangen. [H. gevoeligh.] Voorkomt dat onderwerpen in donkere omgevingen binnen onscherp worden.
Gebruik van het menu [Opname] • Instelprocedures voor het menu [Opname] (→42) [Fotoresolutie] Kies het formaat (het aantal pixels of beeldpunten) voor uw foto’s. Het aantal beelden dat kan worden opgenomen is afhankelijk van deze instelling en van [Kwaliteit]. ■ Opnamemodus: ■ Instellingen: Type opnamepixelniveau 16M 10M 4608x3456 ∗ 3648x2736 5M 2560x1920 3M 2048x1536 640x480 0.
Gebruik van het menu [Opname] • Instelprocedures voor het menu [Opname] (→42) [Kwaliteit] Stel de beeldkwaliteit in. ■ Opnamemodus: ■ Instellingen: hoge kwaliteit, prioriteit ligt bij beeldkwaliteit standaardkwaliteit, prioriteit ligt bij aantal beelden ●De instelling is vast ingesteld op in de scènemodus [H. gevoeligh.]. [Opn. kwaliteit] Stel het beeldformaat van films in.
Gebruik van het menu [Opname] • Instelprocedures voor het menu [Opname] (→42) [Gevoeligheid] Stel de ISO-gevoeligheid (lichtgevoeligheid) handmatig in. We raden hogere instellingen aan om scherpe foto’s te maken op donkere locaties.
Gebruik van het menu [Opname] • Instelprocedures voor het menu [Opname] (→42) [Witbalans] Pas bij onnatuurlijke kleuren de kleuring aan de lichtbron aan. ■ Opnamemodus: ■ Instellingen: [AWB] (automatisch) / (buitenshuis, heldere hemel) / (buitenshuis, bewolkt) / (buitenshuis, schaduw) / (kunstlicht) / (gebruikt de waarden ingesteld in (handmatig instellen) )/ ●Wanneer u de [AWB] (automatische witbalans) instelt, wordt de kleurbalans automatisch aangepast aan de gebruikte lichtbron.
Gebruik van het menu [Opname] ■ Witbalans handmatig instellen ( ) Selecteer en druk op [MENU/SET]. Richt de camera op een wit voorwerp (bijvoorbeeld papier) en druk op [MENU/SET]. • De witbalans wordt ingesteld op . • Zelfs als de camera OFF staat, blijft de ingestelde witbalans in het geheugen staan. • Pas de helderheid aan en probeer de witbalans in te stellen.
Gebruik van het menu [Opname] • Instelprocedures voor het menu [Opname] (→42) [AF mode] De scherpstelmethode kan worden gewijzigd afhankelijk van de positie en het aantal onderwerpen. ■ Opnamemodus: ■ Instellingen: / / Beelden opnemen van mensen van voren (Gezichtsdetectie) Automatisch koppelen van de scherpstelling aan een bewegend onderwerp (Tracking AF) Onderwerp niet in het beeld gecentreerd / / Herkent gezichten (max. 10 personen) en past de belichting en scherpstelling hierop aan.
Gebruik van het menu [Opname] ●U kunt (Gezichtsdetectie) in het volgende geval niet instellen: • Scènemodi ([Panorama-opname] [Nachtl.schap] [Voedsel]) ●Als de camera een niet-menselijk onderwerp onjuist interpreteert als gezicht in de instelling (Gezichtsdetectie), schakelt u naar een andere instelling. ●Als de omstandigheden de herkenning van gezichten bemoeilijkt, zoals wanneer de beweging van het onderwerp te snel is, schakelt de instelling [AF mode] over naar (Scherpstellen op 9 punten).
Gebruik van het menu [Opname] • Instelprocedures voor het menu [Opname] (→42) [Burstfunctie] Er kan een hele Burst foto’s worden gemaakt terwijl u de ontspanknop volledig indrukt. ■ Opnamemodus: ■ Instellingen: Instelling Beschrijving Maximum Burst snelheid: ongeveer 1 frames/seconde • U kunt een reeks foto’s na elkaar opnemen tot de kaart of het ingebouwde geheugen vol is, maar op een gegeven moment daalt de burstsnelheid.
Gebruik van het menu [Opname] ●De Burst-snelheid kan minder worden als de sluitertijd langer wordt in een donkere omgeving. ●Met herhaaldelijke opnamen, kan het even duren tussen opnamen, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. ●De opslag van foto’s die zijn gemaakt met de Burst-functie kan enige tijd vergen. Als u doorgaat met opnemen tijdens het opslaan, kan het aantal beelden dat kan worden vastgelegd bij een burstopname worden beperkt.
Gebruik van het menu [Opname] • Instelprocedures voor het menu [Opname] (→42) [Rode-ogencorr] Rode ogen worden automatisch gedetecteerd en de fotogegevens worden gecorrigeerd wanneer de foto wordt gemaakt met flitser en rode-ogenreductie ( ). ■ Opnamemodus: ■ Instellingen: [ON] / [OFF] ●Deze instelling werkt alleen wanneer [AF mode] staat ingesteld op (Gezichtsdetectie). ●De functie wordt in de volgende gevallen op [OFF] gezet: • Scènemodi ([Panorama-opname] [Nachtl.schap] [Voedsel] [Zonsonderg.] [H.
Gebruik van het menu [Opname] • Instelprocedures voor het menu [Opname] (→42) [Datum afdr.] Foto’s kunnen worden opgenomen met de opnamedatum en -tijd afgedrukt in de foto. ■ Opnamemodus: ■ Instellingen: [ZON.TIJD] / [MET TIJD] / [OFF] ●De datumafdruk in foto’s kan niet worden gewist. ●De datum kan niet worden afgedrukt wanneer [Auto bracket] of [Burstfunctie] is ingesteld, tijdens het filmen of wanneer de scènemodus [Panorama-opname] is ingesteld.
Verschillende afspeelmethoden [Afspeelfunctie] Opgenomen beelden kunnen worden weergegeven op diverse manieren. Druk op de afspeelknop Druk op [MENU/SET] Gebruik de cursortoets om in te stellen op het menu [Afspeelfunctie] en druk dan op [MENU/SET] Gebruik de cursortoets om de afspeelmethoden te kiezen en druk dan op [MENU/SET] • [Normaal afsp.
Verschillende afspeelmethoden [Afspeelfunctie] • Voor overschakeling naar de [Afspeelfunctie] (→84) [Diashow] Beelden worden automatisch in volgorde weergeven. Aanbevolen voor het bekijken van uw beelden op een tv-scherm. Gebruik de cursortoets om de afspeelmethoden te kiezen en druk dan op [MENU/SET] [Alle] Alles weergeven. [Categorieselectie] De categorie selecteren en films of foto’s afspelen. (Selecteer de categorie met de cursortoets en druk dan op [MENU/ SET].
Verschillende afspeelmethoden [Afspeelfunctie] • Voor overschakeling naar de [Afspeelfunctie] (→84) [Categorieselectie] U kunt de weergegeven beelden beperken om enkel een geselecteerde categorie te bekijken. Selecteer de categorie met de cursortoets en druk dan op [MENU/SET] Opnamegegevens zoals scènemodi [Portret] / / [Nachtportret] / [Landschap] / / [Baby] / [Panorama-opname] / [Zonsonderg.] / [Nachtportret] / / [Nachtl.
Gebruik van het menu [Afspelen] U kunt het beeld bewerken (bijvoorbeeld bijtrimmen) en een beveiliging voor het beeld instellen. • Voor weergave van het [Afspelen]-menu en de bedieningsmethoden (→42) • Afhankelijk van de [Afspeelfunctie] worden sommige onderdelen in het menu [Afspelen] niet weergegeven. • Het is niet altijd mogelijk foto’s in te stellen of te bewerken die met andere camera’s zijn gemaakt. • Er worden nieuwe beelden gemaakt na het bewerken van beelden met functies zoals [Nw. rs.
Gebruik van het menu [Afspelen] ■[MULTI] Gebruik de cursortoets om in te stellen op [MULTI] en druk dan op [MENU/SET] Gebruik de cursortoets om het formaat te kiezen en druk dan op [MENU/SET] Gebruik de cursortoets om foto’s te selecteren en druk dan op de [DISP.]-knop (tot 50 foto’s) Aantal pixels voor/na de resolutiewijziging Instelling Nw. rs. • Annuleren → Druk nogmaals op de [DISP.]knop. • Uitvoeren → Druk op [MENU/SET]. • Er verschijnt een verzoek om bevestiging.
Gebruik van het menu [Afspelen] • Voor weergave van het [Afspelen]-menu en de bedieningsmethoden (→42) [Bijsnijden] Uw foto’s vergroten en ongewenste gebieden wegsnijden. Gebruik de cursortoets om een foto te kiezen en druk dan op [MENU/SET] Selecteer het gebied dat u wilt wegsnijden en druk dan op [MENU/SET] Vergroten Wijzigingspositie • Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. ●Na het bijsnijden neemt de beeldkwaliteit af.
Gebruik van het menu [Afspelen] • Voor weergave van het [Afspelen]-menu en de bedieningsmethoden (→42) [Beveiligen] Beveiliging instellen om te voorkomen dat beelden worden gewist. Voorkomt dat belangrijke beelden worden gewist. Gebruik de cursortoets om in te stellen op [ENKEL] of [MULTI] en druk dan op [MENU/SET] Gebruik de cursortoets om een beeld te kiezen en druk dan op [MENU/SET] ●[ENKEL] ●[MULTI] Beeld beveiligd Beeld beveiligd • Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET].
Gebruik van het menu [Afspelen] • Voor weergave van het [Afspelen]-menu en de bedieningsmethoden (→42) [Kopiëren] U kunt beelden van het ingebouwde geheugen naar de geheugenkaart kopiëren en omgekeerd. Gebruik de cursortoets om de kopieermethode (richting) te kiezen en druk dan op [MENU/SET] : Alle beelden van het ingebouwde geheugen naar de kaart kopiëren (ga naar stap ). : 1 beeld tegelijkertijd van de kaart naar het ingebouwde geheugen kopiëren.
Beelden op tv bekijken U kunt beelden bekijken op een tv-scherm door de camera aan te sluiten op uw tv met de AV-kabel (bijgeleverd). ●Gebruik geen andere AV-kabels, alleen de bijgeleverde kabel. Als u dat wel doet, kan de camera storingen vertonen. Voorbereiding: • Stel [TV-aspect] in. (→48) • Zet de camera en de tv uit. Sluit de camera aan op uw tv Controleer de richting van de stekker en sluit deze recht aan. (Schade aan de stekker kan leiden tot onjuiste werking.
Beelden op tv bekijken ■Als uw tv, dvd-recorder of Blu-ray-recorder voorzien is van een SDkaartsleuf Schuif de SD-geheugenkaart in de SD-kaartgleuf • U kunt panoramafoto’s en films mogelijk niet afspelen. Ook kunt u panoramafoto’s mogelijk niet afspelen met automatisch bladeren. • Als u zowel SDHC als SDXC-geheugenkaarten gebruikt, let u dan goed op dat u elk type gebruikt in apparatuur die voor het betreffende type geschikt is. ●Raadpleeg ook de handleiding van de tv.
Gebruik met computer Foto’s/filmbeelden zijn te kopiëren van de camera naar uw computer, door de apparaten op elkaar aan te sluiten. • Sommige computers kunnen rechtstreeks de geheugenkaart van de camera lezen. Zie voor nadere informatie de handleiding van uw computer. • Als uw computer niet geschikt is voor SDXC-geheugenkaarten zal er een mededeling verschijnen met het verzoek om de kaart te formatteren. (Formatteer de kaart niet. Opgenomen beelden worden dan gewist.
Gebruik met computer Gebruik van de bijgeleverde software De bijgeleverde cd-rom bevat de volgende software. Installeer de software op uw computer voordat u deze gaat gebruiken. ■PHOTOfunSTUDIO 8.2 LE (Windows XP / Vista / 7) Met deze software kunt u beelden inlezen op de computer en deze ingelezen beelden bovendien indelen op opnamedatum of modelnaam van de gebruikte camera.
Gebruik met computer Installatie van de bijgeleverde software (PHOTOfunSTUDIO) Sluit alle lopende toepassingen voordat u de cd-rom in de computer plaatst. Controleer de omgeving van uw computer Besturingsomgeving van PHOTOfunSTUDIO 8.
Gebruik met computer Kopiëren van foto’s en filmbeelden Voorbereiding: • Gebruik batterijen met voldoende capaciteit. • Wanneer u beelden vanuit het ingebouwde geheugen importeert, dient u eventuele geheugenkaarten te verwijderen. • Zet de camera en de computer aan. Sluit de camera aan op de computer Controleer de richting van de stekker en sluit deze recht aan. (Schade aan de stekker kan leiden tot onjuiste werking.
Gebruik met computer ■Map- en bestandsnamen op de computer ●Windows De stations worden weergegeven in de map "Deze computer" of "Computer". ●Mac DCIM (Foto’s/films) 100_PANA (maximaal 999 beelden/map) P1000001.JPG : JPG: Foto’s P1000999.JPG MOV: Films 101_PANA ∗ : 999_PANA MISC De stations worden op het bureaublad weergegeven. (Weergegeven als "LUMIX", "NO_NAME", of "Untitled".
Afdrukken U kunt de camera rechtstreeks aansluiten op een PictBridge-compatibele printer om af te drukken. • Sommige printers zijn in staat direct af te drukken vanaf de geheugenkaart van de camera. Zie voor nadere details de gebruiksaanwijzing van uw printer. Voorbereiding: • Gebruik batterijen met voldoende capaciteit. • Wanneer u foto’s vanuit het ingebouwde geheugen afdrukt, dient u eventuele geheugenkaarten te verwijderen. • Pas desgewenst de afdrukkwaliteit of andere instellingen op uw printer aan.
Afdrukken ●Gebruik geen andere USB-kabels, alleen de bijgeleverde kabel. Als u dat wel doet, kan de camera storingen vertonen. ●Ontkoppel de USB-kabel na het afdrukken. ●Schakel de camera uit voordat u geheugenkaarten plaatst of verwijdert. ●Wanneer de batterijen tijdens de communicatie leeg raken, hoort u een waarschuwingspieptoon. Annuleer het afdrukken en maak de USB-kabel los. Gebruik batterijen met voldoende capaciteit. ●Films kunnen niet worden afgedrukt.
Afdrukken Afdrukinstellingen maken op de camera Tot de instelopties behoren het aantal afgedrukte foto’s en hun formaat. Geef de instellingen op voordat u [Print start] selecteert. Gebruik de cursortoets om het onderdeel te kiezen en druk dan op [MENU/SET] Onderdeel Instellingen [Print met dat.] [ON] / [OFF] [Aantal prints] Hier stelt u het aantal beelden in (maximaal 999 beelden) [Papierafmeting] Wanneer [Lay-out pagina] is gekozen, krijgen de printerinstellingen voorrang.
Afdrukken Afdrukken met datum en tekst ■ In winkels afdrukken Alleen de opnamedatum kan worden afgedrukt. Vraag de winkel de datum af te drukken. • Controleer of de winkel 16:9 ondersteunt als u foto’s in deze beeldverhouding wilt afdrukken. ■ Op de computer U kunt via "PHOTOfunSTUDIO" op de bijgeleverde cd-rom afdrukinstellingen voor de opnamedatum en tekstinformatie opgeven. ■ Op de printer U kunt de opnamedatum afdrukken door [Print met dat.
Lijst met symbolen op de lcd-schermen De schermen die hier worden afgebeeld, zijn alleen bedoeld als voorbeelden. De werkelijke weergave kan variëren. • Druk op de [DISP.]-knop om de aanduiding te wijzigen. ■Tijdens het opnemen 1 2 3 4 5 6 14 13 12 11 7 8 10 9 1 Opnamemodus (→25) 2 Fotoresolutie (→73) 3 4 5 6 7 8 9 Opnamekwaliteit (→74) Kwaliteit (→74) Flitser (→54) Optische beeldstabilisatie (→82) Bewegingswaarschuwing (→28) Witbalans (→76) Kleurfunctie (→81) Batterijcapaciteit (→17) i.
Lijst met symbolen op de lcd-schermen De schermen die hier worden afgebeeld, zijn alleen bedoeld als voorbeelden. De werkelijke weergave kan variëren. • Druk op de [DISP.]-knop om de aanduiding te wijzigen.
Berichten Betekenis van en vereiste reacties op belangrijke berichten die op het lcd-scherm worden weergegeven. [Deze geheugenkaart kan niet worden gebruikt.] ● Er is een MultiMediaCard geplaatst. → Niet compatibel met de camera. Gebruik een compatibele kaart. [Sommige foto's kunnen niet gewist worden] [Deze foto kan niet gewist worden] ● Niet-DCF-beelden (→36) kunnen niet worden verwijderd. → Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en voer dan [Formatteren] uit op de camera.
Berichten [Plaats SD-kaart opnieuw] [Andere kaart proberen a.u.b.] ● Geen toegang tot de kaart. → Schakel de camera uit en verwijder de kaart. Plaats de kaart weer in en schakel de camera opnieuw aan. ● Probeer het met een andere kaart. [Parameterfout geheugenkaart] ● Kaart is geen SD-standaard. ● Bij gebruik van kaarten met een capaciteit van 4 GB of meer worden alleen SDHC of SDXCgeheugenkaarten ondersteund.
Vraag en antwoord Storingen verhelpen Controleer eerst de volgende onderdelen (→107 - 112). Als dit probleem blijft bestaan, kan [Resetten] in het menu [Set-up] het probleem wellicht verhelpen. (Onthoud wel dat hierbij bijna alle instellingen, behalve bijv. [Klokinst.] worden teruggesteld in de oorspronkelijke stand op het moment van aankoop.) Batterij, spanning Het toestel gaat onmiddellijk uit zelfs met volle batterijvermogen.
Vraag en antwoord Storingen verhelpen Opnemen (vervolg) Opgenomen beelden zijn onscherp. Optische beeldstabilisatie werkt niet goed. ● De sluitertijd is langer in donkere locaties en de optimale beeldstabilisatie is daar minder effectief. → Houd de camera stevig met beide handen vast en houd de armen strak langs uw lichaam. → Stel [Dig. zoom] in op [OFF] en [Gevoeligheid] op [AUTO]. (→75, 79) De [Auto bracket] is niet te gebruiken. ● Er is slechts geheugencapaciteit voor maximaal 2 beelden.
Vraag en antwoord Storingen verhelpen LCD-scherm De helderheid is instabiel. ● De diafragmawaarde wordt ingesteld als de ontspanknop half is ingedrukt. (Niet van invloed op het opgenomen beeld.) Dit verschijnsel kan zich ook voordoen wanneer de helderheid verandert omdat u de zoom bedient of de camera beweegt. Dit komt door de automatische diafragmaregeling van de camera; het duidt niet op storing. Het scherm knippert binnenshuis.
Vraag en antwoord Storingen verhelpen Afspelen (vervolg) Onjuiste datum weergegeven bij kalender afspelen. ● Beeld bewerkt op computer of opgenomen met ander toestel. ● [Klokinst.] is onjuist (→23). (Onjuiste datum wordt weergegeven bij het afspelen van de kalender of als beelden naar de computer en dan terug naar de camera zijn gekopieerd, als de datum van de computer verschilt van die van de camera.) Het volume van afspelen en het volume van de pieptoon zijn laag. ● De luidspreker wordt geblokkeerd.
Vraag en antwoord Storingen verhelpen Tv, computer, printer Geen beeld op de tv. Onscherp beeld of beeld niet in kleur. ● Niet goed aangesloten (→92). ● De ingang van de tv is niet op AUX gezet. ● Controleer de instelling [Video uit] (NTSC/PAL) op de camera (→48). Weergave tv-scherm wijkt af van lcd-scherm. ● Beeldverhouding is mogelijk onjuist en op bepaalde tv’s worden de randen van beelden afgesneden. Filmbeelden kunnen niet op tv worden afgespeeld. ● Kaart is in tv geplaatst.
Vraag en antwoord Storingen verhelpen Diversen Menu niet weergegeven in gewenste taal. ● Verander de instelling van [Taal] (→49). Camera rammelt als deze wordt geschud. ● Dit geluid wordt veroorzaakt door beweging van de lens en is geen storing. Rood lampje gaat branden wanneer u de ontspanknop half indrukt op donkere locaties. ● [AF ass. lamp] is ingesteld op [ON] (→81). AF-assistlampje brandt niet. ● [AF ass. lamp] is ingesteld op [OFF] (→81). ● Brandt niet op locaties met veel licht.
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik Tijdens gebruik ●De camera kan warm worden als deze lange tijd wordt gebruikt, maar dit is geen storing. ●Houd dit apparaat zo ver mogelijk uit de buurt van elektromagnetische apparatuur (zoals magnetrons, tv’s, videospellen enzovoort). • Wanneer u dit apparaat boven op of bij een tv gebruikt, kunnen de beelden en/of het geluid op dit apparaat vervormd raken door elektromagnetische straling.
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik Geheugenkaarten ●Schade voorkomen aan kaarten en gegevens • Voorkom hoge temperaturen, rechtstreeks zonlicht, elektromagnetische golven en statische elektriciteit. • Laat de camera niet buigen, vallen en stel deze niet bloot aan ernstige schokken. • Raak de aansluitingen op de achterzijde van de kaart niet aan en laat deze niet vuil of nat worden.
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik Batterijen ●Verwijder de batterijen uit de camera indien u die gedurende een lange periode niet gebruikt. • Als u de batterijen in de camera laat zitten, zal een kleine elektrische stroom blijven vloeien zelfs wanneer de camera uitstaat, en de batterijen zullen geleidelijk aan leeglopen. • Als de temperatuur te hoog of te laag is, of als de vochtigheid hoog is, kunnen de aansluitingen roesten wat leidt tot storingen.
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik Oplaadbare Ni-MH batterijen ●U kunt Ni-MH batterijen gebruiken nadat u ze heeft opgeladen met de specifieke batterijoplader. Echter, het verkeerd behandelen van batterijen kan resulteren in lekkage, hitte opbouw, brand of een explosie. Neem het onderstaande in acht. • Als er vuil op de batterijpolen zit kan het zijn dat u de batterijen niet meer normaal kunt opladen.
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik Lens ●Wanneer de lens vuil is: De beelden kunnen enigszins wit lijken als de lens vuil is (vingerafdrukken enzovoort). Maak de lens voorzichtig schoon met een zachte droge doek voordat en nadat u opnamen maakt. ●Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. ●Oefen geen excessieve druk op de lens. Gebruik van een driepoot- of eenpootstatief ●Oefen niet te veel kracht uit en draai de schroeven niet aan als ze krom zijn.
Specificaties Specificaties zijn onderhevig aan verandering zonder aanduiding. Voeding DC 6 V LR6/AA alkaline batterijen (4) DC 4,8 V HR6/AA oplaadbare Ni-MH (nikkel-metaal hydride) batterijen (4) Stroomverbruik Tijdens opnemen: 1,6 W Tijdens afspelen: 1,0 W Effectieve pixels van camera 16.100.000 pixels Beeldsensor 1/2,33” CCD, totale aantal pixels 16.400.000 pixels Primair kleurenfilter Lens Optische zoom 21x f=4,5 mm t/m 94,5 mm (equivalent 35-mm filmcamera: 25 mm t/m 525 mm)/ F3,1 (max.
Specificaties Opnamemedia Ingebouwd geheugen (ongeveer 100 MB) / SD-geheugenkaart / SDHC-geheugenkaart / SDXC-geheugenkaart Indeling opnamebestand Foto JPEG (gebaseerd op Design rule for Camera File System, gebaseerd op norm Exif 2.3) Films QuickTime Motion JPEG (films met geluid) Interface Digitaal USB 2.0 (Hoge snelheid) De gegevens van de computer kunnen niet naar de camera worden geschreven via de USB-kabel.
• SDXC logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC. • QuickTime en het QuickTime-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc., onder vergunning gebruikt. • Windows en Windows Vista zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. • Mac en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen.