Operating Instructions
81
3. Opnamemodussen
Opnamefunctie:
De wazigheid van de achtergrond kan gemakkelijk ingesteld worden terwijl u het
beeldscherm controleert.
1
Druk op de modusknop op de achterkant om het instellingenscherm weer te geven.
• Telkens wanneer in de Intelligent Auto Plus modus op de modusknop op de achterkant
gedrukt wordt, schakelt de camera tussen werking met instelling van de helderheid (P82),
werking met Defocus Control en gewone werking.
• Telkens wanneer op de modusknop op de achterkant gedrukt wordt, schakelt de camera
tussen werking met Defocus Control en gewone werking.
2 Stel de wazigheid in door aan de modusknop op
de achterkant te draaien.
∫ Als het aanraakscherm gebruikt wordt
1 Raak [ ] aan.
2 Raak [ ] aan om het instellingenbeeldscherm te laten
weergeven.
3
Versleep de belichtingsmeter om de wazigheid in te stellen.
• Druk op [MENU/SET] om de werking van Defocus Control
te beëindigen.
• Door op het scherm voor de instelling van de wazigheid op [ ] te drukken zal de
instelling gewist worden.
• In de Intelligent Auto modus ( of ), wordt de Auto Focus modus op [Ø] gezet.
De positie van de AF-zone kan ingesteld worden door het scherm aan te raken (de grootte van
de zone kan niet veranderd worden).
• Al naargelang de gebruikte lens kan een lensgeluid gehoord worden als Defocus Control
gebruikt wordt. Dit komt door de opening van de lens en duidt niet op een storing.
• Al naargelang de gebruikte lens kan het werkgeluid van Defocus Control opgenomen worden
tijdens het opnemen van een video, als deze functie gebruikt wordt.
In deze gevallen niet beschikbaar:
•
Al naargelang de gebruikte lens, kan het zijn dat Defocus Control niet werkt.
Raadpleeg de website voor compatibele lenzen.
Foto's maken met een wazige achtergrond (Defocus Control)
Sterke defocus Zwakke defocus
SS
SS
SS
F
F
250500
4.0 5.6 8.0
3060125
AE










