Operating Instructions
297
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie
• Controleer de handleiding van de draadloze toegangspunten en instellingen wanneer u een
draadloos toegangspunt opslaat.
• Als er geen verbinding vastgesteld kan worden, zouden de radiogolven van het draadloze
toegangspunt te zwak kunnen zijn.
Raadpleeg
“
Waarschuwingen op het scherm
”
(P331) en
“
Problemen oplossen
”
(P344) voor details.
• De overdrachtsnelheid kan afnemen of kan niet bruikbaar zijn afhankelijk van de omgeving
waarin deze gebruikt wordt.
U kunt de methode selecteren om verbinding te maken met
het apparaat dat u gebruikt.
Selecteer de verbindingsmethode die door uw apparaat
ondersteund wordt.
Verbinding maken vanuit een locatie ver van uw huis (rechtstreekse
verbinding)
[Wi-Fi Direct]
1 Zet het apparaat op Wi-Fi Direct-modus.
2 Selecteer [Wi-Fi Direct].
3 Selecteer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken.
•
Lees de instructiehandleiding van het apparaat in kwestie voor
details.
[WPS-verbinding]
[WPS (knop)]
1 Selecteer [WPS (knop)].
2 Zet het apparaat op WPS-modus.
•
Het wachten op de verbinding kan langer duren als u op dit
toestel op de [DISP.]-knop drukt.
[WPS (PIN-code)]
1 Selecteer [WPS (PIN-code)].
2 Voer de PIN-code van het apparaat in op dit toestel.
[Handmatig.
verbinden.]
Voer de SSID en het password in
op het apparaat. De SSID en het
password worden weergegeven
op het scherm voor het wachten
op de verbinding van dit toestel.
•
Als de bestemming [Smartphone] is,
kunt u een verbinding tot stand
brengen door de QR-code met de smartphone te scannen. (P263, 264)
• Als u op de camera op [MENU/SET] drukt, zal de QR-code vergroot
worden. Als het moeilijk is de QR-code te scannen, probeer deze
dan te vergroten.










