Operating Instructions

277
11. Gebruik van de Wi-Fi-functie
1 Selecteer het menu.
2 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding. (P294)
3 Selecteer een apparaat waarmee u verbinding wilt maken.
4 Kijk de verzonden instellingen na en selecteer [Inst.].
Om de verzonden instelling te veranderen, drukt u op [DISP.]. (P302)
5 Opnamen maken.
Om de instelling te veranderen of om af te sluiten, drukt u op [Wi-Fi]. (P258)
U kunt de instellingen niet veranderen terwijl u beelden verzendt. Wacht tot het verzenden
klaar is.
(U kunt de verbinding ook beëindigen door de volgende handelingen uit te voeren:
> [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Ja])
1 Selecteer het menu.
2 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding. (P294)
3 Selecteer een apparaat waarmee u verbinding wilt maken.
4 Kijk de verzonden instellingen na en selecteer [Inst.].
Om de verzonden instelling te veranderen, drukt u op [DISP.]. (P302)
5 Selecteer [Enkelvoudig select.] of [Multi selecteren].
Versturen van een beeld telkens wanneer een opname gemaakt wordt
([Afbeeldingen versturen tijdens opname])
> [Nieuwe verbinding] > [Afbeeldingen versturen tijdens opname] >
[AV-toestel]
Selecteer de beelden en verstuur ze ([Afbeeldingen versturen van camera])
> [Nieuwe verbinding] > [Afbeeldingen versturen van camera] >
[AV-toestel]
[Enkelvoudig select.] instelling
1 Selecteer de opname.
2 Selecteer [Inst.].
[Multi selecteren] instelling
1 Selecteer de opname. (herhalen)
De instelling wordt gewist als het beeld opnieuw
geselecteerd wordt.
2 Selecteer [Uitvoer.].
Het aantal beelden dat door [Multi selecteren]
verzonden kan worden, is beperkt.
Het bevestigingsscherm wordt afgebeeld. Dit gebeurt wanneer [Ja] geselecteerd wordt.
Om de verzonden instellingen te veranderen op een scherm dat weergegeven wordt nadat
het beeld verzonden is, druk dan op [DISP.]. Selecteer [Exit] om de verbinding te beëindigen.
Wi-Fi
MENU
Wi-Fi
,QVW
8LWYRHU