Operating Instructions
117
3. Opnamemodussen
Dit effect voegt invallend licht toe aan de scène.
∫ Instelling van de lichtbron
U kunt de positie en de grootte van de lichtbron veranderen.
1 Druk op [Fn1] om het instellingenscherm weer te geven.
•
Het instelscherm kan ook weergegeven worden door het in volgorde aanraken van [ ]
en van [ ].
2 Druk op 3
/
4
/
2
/
1 om de middelste positie van de lichtbron te bewegen.
• De positie van de lichtbron kan ook bewogen worden door het scherm aan te raken.
• Het midden van de lichtbron kan naar de rand van het scherm bewogen worden.
3 U kunt de grootte van de lichtbron ook regelen door aan de modusknop op
de achterkant te draaien.
•
Deze kan veranderd worden naar 4 verschillende groottes.
• De weergave kan ook vergroot/verkleind worden door deze op het scherm samen te
knijpen/te spreiden.
• Als u op [DISP.] drukt zal de instelling van de lichtbron weer op de fabrieksinstelling gezet
worden.
4 Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
•
De weergave van het opnamescherm zal meer dan normaal vertraagd worden en het scherm
zal eruit zien als of er frames wegvallen.
[Zonneschijn]
Items die ingesteld kunnen worden
Kleur Gele toon/Rode toon/Blauwe toon/Witte toon
• Selecteer de gewenste kleurtoon
door aan de modusknop op de
achterkant te draaien en druk
vervolgens op [MENU/SET].
Punt waarop het midden van de lichtbron
geplaatst kan worden
Er kan een natuurlijker aanblik gecreëerd worden
door het midden van de lichtbron buiten het beeld te
plaatsen.










