Operating Instructions
13. Overige
396
• Wanneer u onder fluorescente of LED-verlichting enz. opneemt, zou het verhogen van de
sluitertijd kleine veranderingen m.b.t. de helderheid en de kleur met zich mee kunnen brengen.
Deze veranderingen zijn een resultaat van de eigenschappen van de lichtbron en duiden niet
op storing.
• Wanneer u onderwerpen opneemt op extreem heldere plekken of onder fluorescente
verlichting, LED-verlichting, een kwiklamp, natriumverlichting enz., zouden de kleuren en de
schermhelderheid kunnen veranderen of zouden er horizontale strepen kunnen verschijnen op
het scherm.
• Er kunnen defecte pixels in de beeldsensor zijn.
> Voer [Pixelverbeter.] (P68) uit.
• Stel de AF-zone in op de onderscheidende kleur van het onderwerp als er een gedeelte is dat
verschilt van de omliggende kleur. (P98)
• Dekt uw vinger de luidspreker af? (P19)
• Als u dezelfde kaart blijft gebruiken nadat u de [Systeemfrequentie] (P220) veranderd heeft,
kan het zijn dat bewegende beelden niet opgenomen worden. Om met dezelfde kaart op te
nemen moet u de [Systeemfrequentie] op de oorspronkelijke instelling resetten. Probeer het
volgende om bewegende beelden met de huidige instelling op te nemen:
– Voer het formatteren (P68) op dit toestel uit na de benodigde gegevens op een PC, enz.,
bewaar te hebben.
– Er een andere kaart inzetten.
• Misschien bent u korte tijd niet in staat om opnames te maken wanneer u dit toestel net
ingeschakeld heeft of wanneer u een kaart met grote capaciteit gebruikt.
De helderheid van de tint van het gemaakte beelden verschilt van de eigenlijke
scène.
Er wordt een helder punt dat zich niet in het onderwerp bevindt opgenomen.
Onderwerp kan niet vergrendeld worden.
(AF-opsporing niet mogelijk)
Het operatiegeluid is gering.
Bewegende beelden
Opnemen video's is niet mogelijk.










