Operating Instructions
11. Verpersoonlijken van de camera-instellingen
310
Voor details over hoe [Voorkeuze] menu-instellingen te selecteren, P54
raadplegen.
Weergeven van het midden van het beeldscherm
[Centrummarkering]
Raadpleeg P209 voor details.
Weergeven/niet weergeven van de wit verzadigde zones
[Highlight] > [ON]/[OFF]
Wanneer de automatische overzichtfunctie geactiveerd is of wanneer u terugspeelt,
verschijnen er witte verzadigde zones die in het zwart en wit knipperen.
Dit beïnvloedt het gemaakte beeld niet.
•
Als er wit verzadigde zones zijn, raden we aan de
belichting naar negatief te compenseren (P157),
onder raadpleging van het histogram (P309) en het
beeld dan opnieuw te maken. Het beeld kan zo een
betere kwaliteit krijgen.
• Dit werkt niet terwijl u zich in meervoudig afspelen,
kalender afspelen of afspeelzoom bevindt.
Weergeven van zones die misschien met wit verzadigd zijn
[Zebrapatroon]
Raadpleeg P210 voor details.
In zwart-wit weergeven van het opnamescherm
[Zwart-wit Live View]
Raadpleeg P211 voor details.
Controleren/niet controleren van de effecten van de lensopening en de sluitertijd
op het opnamescherm
[Constant preview] > [ON]/[OFF]
Raadpleeg P154 voor details.
Weergeven/niet weergeven van de belichtingsmeter
[Lichtmeter] > [ON]/[OFF]
A Belichtingsmeter
• Stel [ON] in om de belichtingsmeter weer te geven tijdens het
corrigeren van de belichting, het uitvoeren van Programme
Shift, het instellen van de lensopening en het instellen van de
sluitertijd.
• Ongeschikte zones van het bereik worden weergegeven in
het rood.
• Als de belichtingsmeter niet weergegeven wordt, schakel dan de weergave-informatie voor
het scherm in door op [DISP.] te drukken. (P44)
• De belichtingsmeter verdwijnt na ongeveer 4 seconden als geen handeling uitgevoerd wordt.
[ON] [OFF]
6060604.04.04.0
2
00
SSSSSS
FF
0
989898
250 15
4.02.8 5.6 8.0
3060125
A










