Operating Instructions
309
11. Verpersoonlijken van de camera-instellingen
Voor details over hoe [Voorkeuze] menu-instellingen te selecteren, P54
raadplegen.
Accentueren/niet accentueren van de scherp gestelde delen
[Peaking]
Raadpleeg P111 voor details.
Schermweergave
Weergeven/niet weergeven van het histogram
[Histogram] > [ON]/[OFF]
U kunt de positie instellen door op 3/4/2/1 te drukken.
• Bediening door rechtstreekse aanraking is ook mogelijk vanuit het
opnamescherm.
• Een Histogram is een grafiek die helderheid langs de horizontale as
(zwart of wit) en het aantal pixels bij elk helderheidniveau op de
verticale as afbeeld.
Hiermee controleert u snel de belichting van een beeld.
A donker
B helder
• Als de opname en het histogram niet samenvallen in de volgende omstandigheden,
wordt het histogram oranje afgebeeld.
– Wanneer de handmatige belichtingassistentie niet [n0] is tijdens belichtingcompensatie of
in handmatige belichtingfunctie
– Als de flits geactiveerd is
– Wanneer geen geschikte belichting verkregen wordt met gesloten flitser
– Als de schermhelderheid niet goed weergegeven wordt op donkere plaatsen
• Het histogram is een benadering in de opnamefunctie.
• Het histogram dat afgebeeld wordt in dit toestel komt niet overeen met histogrammen die
afgebeeld worden door beeldbewerkende software voor PC’s enz.
Weergeven/niet weergeven van de richtlijnen
[Richtlijnen] > [ ]/[ ]/[ ]/[OFF]
Als [ ] ingesteld is, kunnen de posities van de richtlijnen ingesteld
worden door op 3/4/2/1 te drukken.
• U kunt de positie ook rechtstreeks instellen door [ ] op de richtlijn
van het opnamescherm aan te raken.










