Operating Instructions
10. Gebruik van de Wi-Fi/NFC-functie
268
∫ Start opnemen locatie-informatie
Bedien de smartphone.
∫ Eindig opnemen locatie-informatie
Bedien de smartphone.
z
∫ Versturen en schrijven van locatie-informatie
1 Verbinding met een smartphone maken. (P259)
2 Bedien de smartphone.
•
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik:
Let op de privacy en gelijkaardige rechten, enz., van het onderwerp wanneer u deze
functie gebruikt. U gebruikt deze voor eigen risico.
• Op de smartphone kunt u tevens het verwervingsinterval van locatie-informatie instellen en de
overdrachtstatus controleren van locatie-informatie.
Raadpleeg [Help] in het “Image App”-menu voor details.
• (Wanneer u “Image App” voor iOS gebruikt)
Als u op de Home- of de Aan/Uit-knop van de smartphone drukt terwijl de locatie-informatie
opgenomen wordt, zal de opname stoppen.
In deze gevallen niet beschikbaar:
•
De smartphone zou er niet in kunnen slagen locatie-informatie te verkrijgen in China en de
grenszone in de buurlanden van China.
(Met ingang van maart 2014)
1 Selecteer [ ].
2 Selecteer [Geogr. labell.].
3 Selecteer [ ].
1 Selecteer [ ].
2 Selecteer [Geogr. labell.].
3 Selecteer [ ].
1 Selecteer [ ].
2 Selecteer [Geogr. labell.].
3 Selecteer [ ].
•
Volg de berichten op het scherm op om de smartphone te bedienen.
• De locatie-informatie wordt niet geschreven op beelden die opgenomen zijn met
[Opname-indeling] op [AVCHD].
• Als de kaart in de camera onvoldoende vrije ruimte heeft, kan het zijn dat het schrijven
van de locatie-informatie niet mogelijk is.
• Is de locatie-informatie eenmaal naar de camera gezonden, dan kunt u deze op
beelden schrijven door [Locatie vermelden] in het [Afspelen]-menu ten uitvoer te
brengen.










