Operating Instructions
6. Opnemen op een wijze die geschikt is voor onderwerp en scène
162
Beelden maken met de zoom
U kunt uitzoomen om landschappen, enz. op te nemen met groothoek (Wide) of inzoomen
om mensen en voorwerpen dichterbij te laten lijken (Tele).
¢1 De zoomsnelheid varieert afhankelijk van hoe ver u de hendel verplaatst.
¢2 Druk, terwijl u de zoom met de cursorknoppen bedient, op de functieknop waarop
[Zoombediening] in [Fn knopinstelling] (P317) van het [Voorkeuze]-menu ingesteld is.
De zoomwerking eindigt wanneer opnieuw op de functieknop gedrukt wordt of na het
verstrijken van een bepaalde tijd.
¢3 De bediening met de cursorknoppen is alleen beschikbaar als [Ex. tele conv.] in het
[Opname]-menu op [ZOOM] gezet is.
¢4 Zoom snel met 3/4 en zoom langzaam met 2/1.
Toepasbare modi:
Gebruik van de onderling
verwisselbare lens (H-HS12035/
H-FS14140) die geen power zoom
ondersteunt.
Zoomring van een onderling
verwisselbare lens
Cursorknoppen van dit
toestel
¢2, 3
Gebruik van de onderling verwisselbare
lens die de power zoom ondersteunt
(elektrisch werkende zoom).
Zoom hendel van een
onderling verwisselbare
lens
¢1
Cursorknoppen van dit
toestel
¢2, 4
Wanneer een onderling verwisselbare
lens gebruikt wordt die geen zoom
ondersteunt.
Cursorknoppen van dit toestel
¢ 2, 4
T-zijde:
Vergroot de
onderwerpsafstand
W-zijde:
Verbreedt de gezichtshoek
3/1:
Vergroot de
onderwerpsafstand
4/2:
Verbreedt de gezichtshoek
T
W
T
W










