Operating Instructions
6. Opnemen op een wijze die geschikt is voor onderwerp en scène
150
Opnamen maken door het diafragma/de
sluitertijd te specificeren
• De effecten van de ingestelde lensopeningwaarde zullen niet op het opnamescherm zichtbaar
zijn. Gebruik [Voorvertoning] om het opnamescherm te controleren. (P155)
• De helderheid van het scherm en van de opgenomen beelden kunnen verschillen. Controleer
de beelden op het afspeelscherm.
Als u de lensopeningwaarde instelt, zal de camera de sluitertijd voor de helderheid van het
onderwerp automatisch optimaliseren.
Stel de openingswaarde in op een hogere waarde als u een scherpe achtergrond wenst.
Stel de openingswaarde minder groot in als u de achtergrond niet echt scherp wenst.
1
Stel de functieknop in op [ ].
2
Stel de lensopeningwaarde in door aan de
modusknop op de voorkant of op de
achterkant te draaien.
A Lensopeningwaarde
B Belichtingsmeter
• Draai aan de modusknop op voor-/achterkant om de belichtingsmeter weer te geven. De
ongeschikte zones van het bereik worden rood weergegeven.
• Als er geen geschikte belichting is gevonden, gaan de diafragmawaarde en de sluitertijd rood
knipperen zodra de sluiterknop tot halverwege wordt ingedrukt.
• Als u een lens gebruikt die een ring voor de lensopening heeft, zet de positie van deze ring dan
op [A] om de instellingen van de modusknop op de voor-/achterkant te activeren. Op posities
anders dan [A] zal de instelling van de ring de prioriteit hebben.
Opnamefunctie:
Lensopening-Prioriteit AE-modus
Lensopeningwaarde:
Neemt af
Lensopeningwaarde:
Neemt toe
Het wordt gemakkelijker
om de achtergrond
onscherp te maken.
Het wordt gemakkelijk
om de scherpstelling
te handhaven tot aan
de achtergrond.
S
SSS
F
F
8.0
8.0
8.0
60 4
4.0 5.6 8.0 11 16
81530
B
A










