Operating Instructions
5. Instellen van beeldkwaliteit en kleurtoon
138
U kunt de witbalans fijn instellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone
witbalans.
1 Druk op [ ].
2 Draai aan de modusknop op de achterkant of op de voorkant om de witbalans te
selecteren en druk vervolgens op 4.
3 Druk op 3/4/2/1 om de witbalans fijn in te stellen.
•
U kunt ook een fijnere afstelling maken door de grafiek van
de witbalans aan te raken.
• Door op [DISP.] te drukken, wordt de positie opnieuw op het midden gezet.
4 Op [MENU/SET] drukken.
•
Als u de witbalans fijn instelt op [A] (amber), zal de icoon van de witbalans op het beeldscherm
oranje worden. Als u de witbalans fijn instelt op [B] (blauw), zal de icoon van de witbalans o het
beeldscherm blauw worden.
• Als u de witbalans fijn instelt op [G] (groen) of op [M] (magenta), zal [_] (groen) of [`]
(magenta) naast de icoon van de witbalans op het beeldscherm verschijnen.
• De instelling voor het nauwkeurig afstellen van de witbalans wordt door het beeld gebruikt
wanneer u de flits gebruikt.
• Het niveau van de fijne afstelling van de witbalans keert terug naar de standaard instelling
(middenpunt) in de volgende gevallen.
– Wanneer u de witbalans terugzet in [ ], [ ], [ ] of [ ]
– Als u de kleurtemperatuur handmatigreset in [ ]
De witbalans fijn afstellen
2 : A (AMBER: ORANJE)
1 : B (BLAUW: BLAUWACHTIG)
3 : G (GROEN: GROENACHTIG)
4 : M (MAGENTA: ROODACHTIG)
GGGGGG
AAAAAABBBBBBB
MMMMMM
1
2
3
4










