Operating Instructions

4. Instellingen van focus en sluiter (Drive-modus)
114
De burst-snelheid kan afhankelijk van de volgende instellingen lager worden.
[Fotoresolutie] (P129)/[Kwaliteit] (P130)/[Gevoeligheid] (P132)/[Focusfunctie] (P93)/
[Prio. focus/ontspan] (P307)
Raadpleeg P130 voor informatie over RAW-bestanden.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
Het maximum aantal beelden dat continu opgenomen kan worden
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, zal het maximum
aantal beelden dat u continu kunt opnemen verschijnen. U kunt
controleren hoeveel beelden bij benadering opgenomen kunnen
worden voordat de burst-snelheid afneemt.
Voorbeeld: als 20 beelden opgenomen kunnen worden: [r20]
Is de opname eenmaal van start gegaan, dan zal het maximum aantal beelden dat opgenomen
kan worden afnemen. Als [r0] verschijnt, zal de burst-snelheid afnemen.
Als [r99+] weergegeven wordt, kunt u tot 100 of meer beelden continu opnemen.
Scherpstellen in de burst-modus
De manier om scherp te stellen varieert en is afhankelijk van de instelling van de
focusmodus (P93) en de instelling van de [Prio. focus/ontspan] (P307) in het
[Voorkeuze]-menu.
¢1 Als het onderwerp donker is, of als de burst-snelheid op [SH] gezet is, wordt de focus vast
ingesteld op het eerste beeld.
¢2 De burstsnelheid kan lager worden omdat de camera voortdurend scherpstelt op het object.
¢3 De burstsnelheid krijgt voorrang en de focus wordt geschat binnen het mogelijke bereik.
Focusmodus Prior. focus/ontspan Focus
AFS
[FOCUS]
Bij de eerste opname
[RELEASE]
AFF/AFC
¢1
[FOCUS] Normale scherpstelling
¢2
[RELEASE] Voorspelde scherpstelling
¢3
MF Focus ingesteld met handmatige focus
2020r20
0
2
00