Operating Instructions

109
4. Instellingen van focus en sluiter (Drive-modus)
5
Druk de sluiterknop tot halverwege in.
Het hulpscherm zal dicht gaan. Het opnamescherm zal weergegeven worden.
U kunt het hulpscherm ook sluiten door op [MENU/SET] te drukken.
Als u het beeld vergroot heeft door aan de focusring te draaien, of door de focushendel
te bewegen, zal het hulpscherm ongeveer 10 seconden na die handeling dicht gaan.
MF Assist of de MF-gids worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van de gebruikte
lens. MF Assist kan echter weergegeven worden door het toestel rechtstreeks te bedienen,
met het aanraakscherm of een knop.
Als u op het opnamescherm op een cursorknop drukt wanneer [Direct focuspunt] in het
[Voorkeuze]-menu op [ON] gezet is, zal het scherm weergegeven worden waarin u de te
vergroten zone kunt instellen.
Als [Miniatuureffect] in de Creative Control modus gebruikt wordt, kunt u het beeld niet
vergroten door het scherm aan te raken.
MF Assist wordt uitgeschakeld als digitale zoom gebruikt wordt of filmopnames gemaakt
worden.
Als u een onderling verwisselbare lens zonder focusring gebruikt, kunt u de methode voor het
vergroten van MF Assist, alsmede de werking die aan de bedieningsknop toegekend is,
veranderen door de instellingen van [Lens zonder focusring] in het [Voorkeuze]-menu te
veranderen. (P313)
Snel scherpstellen met gebruik van Auto Focus
Als [AF/AE VERGRENDELING] op Manuele Focus geduwd wordt, zal Auto Focus
werkzaam zijn.
Auto Focus werkt in het midden van het frame.
Als Auto Focus gebruikt wordt terwijl het MF-hulpscherm
weergegeven wordt, zal scherp gesteld worden in het midden
van het MF-hulpscherm.
Auto Focus werkt ook met de volgende aanraakhandelingen.
Indrukken van de functieknop waaraan [AF-ON] toegekend is
Door aanraking van [ ]
Door verslepen van de monitor en het loslaten van uw vinger
op het punt waarop u wilt scherpstellen.
> [Voorkeuze] > [AF/AE vergrend.] > [AF-ON]
MENU
AF
AF