Operating Instructions
4. Instellingen van focus en sluiter (Drive-modus)
102
4 Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
•
De AF-zone met dezelfde functie als [Ø] wordt in de aangeraakte positie weergegeven
als [š] geselecteerd is.
De instelling van de AF-zone wordt geannuleerd als op [MENU/SET] gedrukt wordt of
[ ] aangeraakt wordt.
De 49 AF-zones zijn in groepen verdeeld waarvan ieder uit 9
zones bestaat (uit 6 of 4 zones op de rand van het scherm).
1 Druk op [].
2 Selecteer [ ] en druk op 4.
•
Het beeldscherm voor de instelling van de AF-zone wordt
weergegeven.
3 Druk op 3/4/2/1 om een AF-zonegroep te selecteren.
•
U kunt de groep ook selecteren door het scherm aan te raken.
4 Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
•
Alleen de weergave van [i] (middelpunt van de geselecteerde
groep) zal op het beeldscherm blijven.
• De instelling van het kader van de AF-zone wordt geannuleerd
als op [MENU/SET] gedrukt wordt of [ ] aangeraakt wordt.
Wanneer u [ ] selecteert
Voorbeelden van
een groep










