Operating Instructions
91
3. Opnamemodussen
• Draai aan de bedieningsknop om de belichtingsmeter weer te geven. De ongeschikte zones
van het bereik worden rood weergegeven.
• Als er geen geschikte belichting is gevonden, gaan de diafragmawaarde en de sluitertijd rood
knipperen zodra de sluiterknop tot halverwege wordt ingedrukt.
• Wij raden aan een statief te gebruiken met een lage sluitertijd.
• Wanneer u een lens gebruikt met een openingsring, heeft de instelling van de openingsring de
prioriteit.
In deze gevallen niet beschikbaar:
•
Als de flitser geactiveerd is, is de snelste sluitersnelheid die geselecteerd kan worden 1/50 van
een seconde. (P203)
• Als de elektronische voorste gordijnsluiter gebruikt wordt, kunnen sluitertijden van meer dan
1/500 van een seconde niet ingesteld worden.
• Als de elektronische sluiter gebruikt wordt, kunnen sluitertijden van meer dan 1 seconde niet
ingesteld worden.
Controleren/niet controleren van de effecten van de lensopening en de
sluitertijd op het opnamescherm.
> [Voorkeuze] > [Constant preview] > [ON]/[OFF]
•
Deze functie werkt niet als de flitser gebruikt wordt. Sluit de flitser.
• Het kan alleen gebruikt worden in de Manuele Belichtingsfunctie.
MENU










