Operating Instructions

2. Opstarten/Basisbediening
60
¢ Instelling van de functieknoppen op het moment van aankoop.
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
Gebruik van de functieknoppen met aanraakhandelingen
[Fn2], [Fn3], [Fn4], [Fn5] en [Fn6] worden gebruikt door de functieknoppen aan te raken.
1 Raak [ ] aan.
2 Raak [Fn2], [Fn3], [Fn4], [Fn5] of [Fn6] aan.
De toegeschreven functie zal werken.
Sommige functies kunnen niet gebruikt worden, afhankelijk van de modus of het weergegeven
beeldscherm.
Als [Ex. Tele Conv.] (foto's) gebruikt wordt, controleer dan of [Fotoresolutie] op [M] of [S] staat.
De werking van de cursorknop, [MENU/SET] en de bedieningsknop zijn uitgeschakeld als
[Cursortoets vergrend.] ingesteld is. Druk opnieuw op de functieknop om ze in te schakelen.
Als [Terug naar standaard] ingesteld is, zullen de instellingen van de functieknoppen weer op
de fabrieksinstelling gezet worden.
In deze gevallen niet beschikbaar:
De functieknoppen zijn niet beschikbaar in de zelfopname-modus.
In de volgende gevallen werkt [Fn1] niet:
[Miniatuureffect]/[Kleuraccent]/[Zonneschijn] (Creative Control modus)
Wanneer u [Multi-belicht.] gebruikt
Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
Menu [Voorkeuze]
[Stille modus] (P181)
[Peaking] (P153)
[Histogram] (P44): [Fn4]
¢
[Richtlijnen] (P44)
[Zebrapatroon] (P188)
[Zwart-wit Live View] (P189)
[Opn.gebied] (P206)
[Stapsg. zoom] (P196)
[Zoom snelheid] (P196)
[Touch scherm] (P49)
Fn3
Fn2
Fn4
Fn5
SNAP
Fn6