Operating Instructions

149
5. Instellingen van brandpunt en helderheid (belichting)
U kunt de zone ook vergroten door aan de focusring te draaien, de focushendel te
bewegen, een open gaande knijpbeweging (P48) op het scherm te maken of door het
scherm twee keer aan te raken.
U kunt de brandpuntpositie ook instellen door het beeldscherm (P48) te verslepen.
Door op [DISP.] te drukken, wordt de brandpuntpositie opnieuw op het midden gezet.
4
Scherpstellen.
A Aanduiding van (oneindigheid)
B MF Assist (vergroot scherm)
C Peaking
D MF-gids
De in-focus gedeeltes zullen geaccentueerd worden.
(Peaking)
U kunt controleren of het scherp gestelde punt zich
vlakbij of veraf bevindt. (MF-gids)
U kunt de volgende handelingen verrichten:
¢ Als een onderling verwisselbare lens zonder focusring gebruikt wordt, kunt u deze
handelingen uitvoeren nadat u op
4 gedrukt heeft, om het scherm weer te geven dat
u in staat stelt de te vergroten zone in te stellen.
Als het beeld in de venstermodus weergegeven wordt, kunt u het beeld ongeveer 3 tot
6
k vergroten/verkleinen; als het beeld op het volledige scherm weergegeven wordt,
kunt u het beeld ongeveer 3 tot 10
k vergroten/verkleinen.
Knopbediening
Aanraakbediening
Beschrijving van de bediening
3/4/2/1
¢
Slepen Beweegt de vergrote zone
s
Open-/
dichtknijpen
Vergroot/verkleint het scherm met kleine stappen.
s
Vergroot/verkleint het scherm met grote stappen.
s
Schakelt naar de vergrote weergave
(venstermodus/volledig scherm)
[DISP.]
¢
[Reset]
¢
Zet de te vergroten AF-zone weer terug op het
midden.
De weergave van MF Assist veranderen
> [Voorkeuze] > [Spot AF weergave]
[FULL]:
Vergroot de weergave op het volledige scherm.
[PIP]:
Vergroot de weergave in een venster op het scherm.
De weergave van het hulpscherm kan ook omgeschakeld worden door aanraking van [ ]
op het instellingenscherm van het brandpunt.
AF
+
D
A
C
B
MENU