Operating Instructions
135
5. Instellingen van brandpunt en helderheid (belichting)
Toepasbare modi:
De methode wordt ingesteld om scherp te stellen als de sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt.
Selecteren van de Focusmodus (AFS/AFF/AFC)
> [Opname] > [Focusfunctie]
Onderdeel
De beweging van het
onderwerp en de
scène
(aanbevolen)
Beschrijving van instellingen
[AFS]
(Auto Focus
Single)
Onderwerp staat stil
(Landschaps-,
verjaardagsfoto, enz.)
“AFS” is een afkorting van
“Auto Focus Single”.
De scherpte wordt
automatisch ingesteld als de
sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt. De scherpstelling wordt vastgezet
als de knop tot halverwege ingedrukt wordt.
[AFF]
(Auto Focus
Flexible)
Beweging kan niet
voorzien worden
(Kinderen, huisdieren,
enz.)
“AFF” is een afkorting van
“Auto Focus Flexible”.
In deze modus, wordt het
scherpstellen automatisch
uitgevoerd wanneer de
ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt.
Als het onderwerp beweegt terwijl de ontspanknop
tot de helft ingedrukt wordt, wordt de focus
gecorrigeerd om automatisch overeen te komen
met de beweging.
[AFC]
(Auto Focus
Continuous)
Het onderwerp beweegt
(Sport, treinen, enz.)
“AFC” is een afkorting van
“Auto Focus Continuous”.
In deze modus wordt het
scherpstellen, terwijl de
ontspanknop tot de helft
ingedrukt gehouden wordt, constant uitgevoerd
om overeen te komen met de beweging van het
onderwerp.
Wanneer het onderwerp beweegt, wordt het
scherpstellen uitgevoerd door de positie van het
onderwerp te voorspellen op het moment van
opname. (Bewegingsvoorspelling)
[MF] Stel handmatig scherp. (P148)
MENU










