Operating Instructions
- 90 -
Opnemen
U kunt de witbalans fijn instellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone witbalans.
1 Selecteer Witbalans en druk vervolgens op 1.
•
Druk weer op 1 als [ ], [ ] of [ ] geselecteerd wordt.
2 Druk op 3/4/2/1 om de witbalans af te stellen en druk dan
op [MENU/SET].
Aantekening
•
Als u de witbalans fijn instelt op A (amber), zal de icoon van de witbalans op het beeldscherm oranje
worden. Als u de witbalans fijn instelt op B (blauw), zal de icoon van de witbalans o het beeldscherm
blauw worden.
• Als u de witbalans fijn instelt op G_ (groen) of op M` (magenta), zal [_] (groen) of [`] (magenta)
naast de icoon van de witbalans op het beeldscherm verschijnen.
• Selecteer het middenpunt als u de witbalans niet fijn aan het afstellen bent.
• De instelling voor het nauwkeurig afstellen van de witbalans wordt door het beeld gebruikt wanneer
u de flits gebruikt.
• U kunt de witbalans onafhankelijk nauwkeurig afstellen voor elke witbalansfunctie.
• De fijnafstelling van de witbalans blijft ook opgeslagen als u de camera uitzet.
• Het fijne afstelniveau van de witbalans doet terugkeren naar de standaard instelling (middenpunt) in
de volgende gevallen.
– Als u de witbalans reset in [ ] of [ ]
– Wanneer u de kleur temperatuur handmatig terugzet in [ ]
De witbalans fijn afstellen
2 : A (AMBER: ORANJE)
1 : B (BLAUW: BLAUWACHTIG)
3 :G_ (GROEN: GROENACHTIG)
4 :M` (MAGENTA: ROODACHTIG)
A B
G
M
1 2
1 2










