Operating Instructions

- 85 -
Opnemen
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
Contrast en belichting zullen automatisch aangepast worden wanneer er een groot
verschil is in helderheid tussen de achtergrond en het onderwerp, om het beeld dichtbij te
brengen naar hoe u ziet.
Toepasbare functies:
·
[ON]/[OFF]
Aantekening
Zelfs wanneer de [Gevoeligheid] ingesteld is op [ISO100], kan [Gevoeligheid] ingesteld hoger
ingesteld worden dan [ISO100] als het beeld gemaakt wordt met [i. Exposure] ingesteld op
geldig.
Compensatie-effect zou verkregen kunnen worden afhankelijk van de omstandigheden.
[ ] wordt geen in het scherm wanneer [i. Exposure] effectief is.
Voor details over [Opname] functiemenu, P36 raadplegen.
U kunt een beeld helder maken op donkere plekken door [Korte sluitert.] langzamer in te
stellen. U kunt deze ook sneller instellen om de wazigheid van het onderwerp te
verminderen.
Toepasbare functies:
·
[AUTO], [1/125], [1/60], [1/30], [1/15], [1/8], [1/4], [1/2], [1]
Aantekening
Deze moet normaal gesproken ingesteld zijn op [AUTO] om beelden te maken. (Wanneer u
een minimum sluitertijd selecteert die verschilt van [AUTO], verschijnt [ ] links onderaan het
scherm.)
Als [AUTO] geselecteerd is, kan de sluitersnelheid tot 1 seconde ingesteld worden als het
toestel niet erg bewogen wordt, wat met [Stabilisatie] gecorrigeerd moet worden, of als
[Stabilisatie] op [OFF] staat.
Het op een langzamere sluitertijd instellen van [Korte sluitert.] zou de kans op beeldbibber
kunnen doen toenemen, daarom raden we het gebruik van een statief en de zelfontspanner
aan voor het maken van beelden.
Het op een hogere snelheid instellen van [Korte sluitert.] zou het beeld donkerder kunnen
maken, daarom raden we aan het beeld op te nemen in een goed verlichte zone. Als er geen
correcte belichting verkregen kan worden, zal [ ] in het rood knipperen wanneer de
ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt.
[i. Exposure]
[Korte sluitert.]
Instelling minimum sluitertijd 1/125 1
Helderheid Donkerder Helderder
Beweging Minder Meer