Operating Instructions

Opnemen
- 72 -
Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties
De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties.
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar, ¥: Scènefunctie begininstelling)
¢1 [ ] wordt afgebeeld.
¢2 [Expressief]/[Retro]/[Puur]/[Zwart/wit]/[Silhouet]
¢3 [Hoge dynamiek]
¢4 [Speldenprik]/[Zandstraal]
De flitsinstellingen kunnen veranderen als de opnamefunctie verander wordt. Stel de
flitsinstelling opnieuw in indien nodig.
De flitsinstelling blijft opgeslagen memorised ook als u de camera uit zet. De flitsinstelling voor
de scènefunctie wordt weer op de oorspronkelijke instelling gezet als u de scènefunctie wijzigt.
De flits zal niet geactiveerd worden wanneer u bewegend beeld opneemt.
Œ Œ
ñ
±
¢1
————± í ± ± ——¥
·
±±± ±±
ï
—————¥
*
±¥±——±
9
± ± ——¥
±¥±——±
ô
—————¥
0
±¥±——± ——¥ ———
, —————¥
5
—————¥
—————¥
4
—————¥
-
¥ ± ——±
6
——¥ ——±
. ————¥±
8
¥ ± ——±
/
—————¥
7
—————¥
—————¥ ¥±±——±
1
± ± ——¥ —————±
2
———±¥± ±±±——±
3
———±±¥
¢2
—————±
:
±¥±——±
¢3
————±±
;
±¥±——±
¢4
± ± ——±