Operating Instructions

- 30 -
Voorbereiding
Tips om mooie opnamen te maken
Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden en
uw benen een beetje spreiden.
Om vallen te voorkomen, moet u de bijgeleverde polsriem aan uw pols bevestigen. (P16)
Zwaai het toestel niet hard en trek niet hard aan het toestel als de riem eraan vast zit. De riem zou
kunnen breken.
Houd de camera stil als u de ontspanknop indrukt.
Zorg ervoor dat u de flitser, het AF Assist-lampje/het LED-licht, de microfoon, de luidspreker of de
lens enz., niet met uw vingers afdekt.
A Draagriem
B Flitser
C AF Assist-lampje/LED-licht
D Microfoon
E Luidspreker
Richtingsdetectiefunctie ([Lcd roteren])
Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal (gedraaid)
afgespeeld. (Alleen wanneer [Lcd roteren] (P60) ingesteld is)
Als het toestel verticaal gehouden wordt en omhoog en omlaag gekanteld wordt om beelden op te
nemen, kan het zijn dat de functie voor richtingsdetectie niet correct werkt.
Bewegende beelden die met een verticaal gehouden toestel gemaakt zijn worden niet verticaal
afgebeeld.
Wanneer de beeldbibber alert [ ] verschijnt, [Stabilisatie] (P116), een statief of de
zelfontspanner (P70) gebruiken.
De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het
moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in dit
geval het gebruik van een statief aan.
Langzame synchr/Reductie rode-ogeneffect
[Nachtportret]/[Nachtl.schap]/[Sterrenhemel] (Scènemodus)
Als de sluitertijd langzamer wordt in [Korte sluitert.]
Doet u de polsriem om en houdt u het toestel voorzichtig vast
Golfstoring (camerabeweging)