Operating Instructions
- 186 -
Wi-Fi
Zoek naar beschikbare draadloze toegangspunten.
• Bevestig encryptiesleutel van het geselecteerde draadloze toegangspunt als de
netwerkauthenticatie gecodeerd is.
• Wanneer u verbindt d.m.v. [Handmatige invoer], bevestig SSID, encryptietype, encryptiesleutel van
het draadloze toegangspunt dat u gebruikt.
1 Druk op 3/4 om het draadloze toegangspunt te selecteren
waarmee u verbinding maakt en druk op [MENU/SET].
•
Het drukken op [DISP.] zal het zoeken naar een draadloos
toegangspunt opnieuw starten.
• Als geen enkel draadloos toegangspunt gevonden wordt, raadpleeg
dan
“Wanneer u verbindt met [Handmatige invoer]” op P186.
2 (Als de netwerkauthenticatie gecodificeerd is)
Voer de encryptiesleutel in.
•
Voor details over hoe karakters in te voeren, raadpleeg “Tekst Invoeren”
sectie op P94.
∫ Wanneer u verbindt met [Handmatige invoer]
1 Op het scherm afgebeeld in stap 1 van “Als u niet zeker bent over de compatibiliteit
met WPS (verbinden met [Handmatig. verbinden.])”, selecteer [Handmatige invoer]
door op 3/4 te drukken, druk vervolgens op [MENU/SET].
2 Voer de SSID in van het draadloze toegangspunt waarop u verbindt, selecteer
vervolgens [Inst.].
•
Voor details over hoe karakters in te voeren, raadpleeg “Tek st I n v o ere n” sectie op P94.
3
Druk op
3
/
4
om het netwerkauthenticatietype te selecteren en druk op [MENU/SET].
•
Voor informatie over netwerkauthenticatie, zie de gebruiksaanwijzing van het draadloze toegangspunt.
4 Druk op 3/4 om het encryptietype te selecteren en druk op [MENU/SET].
•
Het type instellingen dat veranderd kan worden kan variëren afhankelijk van de details van
netwerkauthentificatie-instellingen.
5 (Wanneer er een optie geselecteerd wordt die afwijkt van [Niet coderen])
Voer de encryptiesleutel in en selecteer [Inst.].
•
Controleer de handleiding van de draadloze toegangspunten en instellingen wanneer u een
draadloos toegangspunt opslaat.
• Als er geen verbinding vastgesteld kan worden, zouden de radiogolven van het draadloze
toegangspunt te zwak kunnen zijn. Raadpleeg
“Waarschuwingen op het scherm” (P247) en
“Problemen oplossen” (P251) voor details.
• De overdrachtsnelheid kan afnemen of kan niet bruikbaar zijn afhankelijk van de omgeving waarin
deze gebruikt wordt.
Als u niet zeker bent over de compatibiliteit met WPS (verbinden met [Handmatig.
verbinden.])
Netwerkauthenticatietype Encryptietypes die ingesteld kunnen worden
[WPA2-PSK]/[WPA-PSK] [TKIP]/[AES]
[Algemene sleutel] [WEP]
[Open] [Niet coderen]/[WEP]










