Operating Instructions

- 178 -
Wi-Fi
Veranderen van de verbindingsmethode
Wanneer u verbindt met [Via netwerk]
(op de camera)
1 Druk op 3/4 om [Via netwerk] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
2 Selecteer de methode om verbinding met een draadloos toegangspunt te maken en
stel in.
Raadpleeg P185 voor details.
(Op uw smartphone/tablet)
3 Schakel op het instelmenu van uw smartphone/tablet de Wi-Fi-functie in.
4 Selecteer het draadloze toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken en stel in.
5 Start “Image App” op uw smartphone/tablet. (P176)
Wanneer u verbindt met [Wi-Fi Direct] of [WPS-verbinding]
(op de camera)
1 Druk op 3/4 om [Direct] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
Raadpleeg voor details over de verbindingsmethoden P187.
(Op uw smartphone/tablet)
2 Start “Image App” op uw smartphone/tablet. (P176)
Selecteer [ ] op de smartphone/tablet
De opgenomen beelden worden in de camera bewaard.
Ook films kunnen opgenomen worden (uitgezonderd
[FHD/50p/ ]/[FHD/50p]
).
Sommige instellingen zijn niet beschikbaar.
Het scherm verschilt afhankelijk van het uitvoerende
systeem.
Selecteer [ ] op de smartphone/tablet
U kunt beelden op de smartphone/tablet bewaren.
Er kunnen geen films afgespeeld worden.
U kunt beelden naar een WEB-service, enz., sturen.
Het scherm verschilt afhankelijk van het uitvoerende
systeem.
U kunt locatie-informatie van een smartphone/tablet
verwerven en deze later op de beelden schrijven.
Raadpleeg P156 over hoe de locatie-informatie op de
beelden geschreven moet worden die met dit toestel
opgenomen zijn.
Selecteer [ ] op de smartphone/tablet
Het scherm verschilt afhankelijk van het uitvoerende systeem.
Fotograferen via een smartphone/tablet (remote opname)
Afspelen van beelden die zich in de camera bevinden
Locatie-informatie van de smartphone/tablet naar de camera sturen