Operating Instructions
- 101 -
Opnemen
U kunt de witbalans fijn instellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone witbalans.
•
Fijne afstelling is alleen mogelijk wanneer de Witbalans ingesteld is op [V]/[Ð]/[î]/[Ñ]/[Ò].
1 Selecteer de Witbalans om fijn af te stellen en druk vervolgens op [DISP.] om
[Instellen] af te beelden.
2 Druk op 2/1 om de witbalans te regelen.
•
Kies [0] om de oorspronkelijke Witbalans weer in te stellen.
3 Op [MENU/SET] drukken om te eindigen.
•
De witbalansaanduiding op het scherm wordt rood of blauw.
• De instelling voor het nauwkeurig afstellen van de Witbalans wordt door het beeld gebruikt wanneer
u de flits gebruikt.
• U kunt de witbalans onafhankelijk nauwkeurig afstellen voor elke witbalansfunctie.
• De fijnafstelling van de Witbalans blijft ook opgeslagen als u de camera uitzet.
• Het niveau van de instelling voor het nauwkeurig afstellen van de Witbalans in [Ò] keert terug naar
[0] wanneer u de Witbalans opnieuw instelt met behulp van [Ó].
• In de strand- & snorkelmodus of in de geavanceerde onderwatermodus staat de witbalans vast op
[AWB] maar kan wel fijn bijgesteld worden.
• De fijne instelling van de witbalans kan niet ingesteld worden voor [B&W] en [SEPIA] in
[Kleurfunctie].
De witbalans fijn afstellen
2 [Rood]: Indrukken wanneer de tint blauwachtig is.
1 [Blauw]: Indrukken wanneer de tint roodachtig is.










