Operating Instructions
Table Of Contents
- Inhoud
- Voor Gebruik
- Voorbereiding
- Basiskennis
- Gevorderd (Opname van beelden)
- Over de LCD-monitor
- Beelden maken met de ingebouwde flits
- Close-up’s maken
- Opnamen maken met de zelfontspanner
- Belichtingscompensatie
- Beelden maken die met de scène die opgenomen wordt overeenkomen (Scènefunctie)
- Bewegende beelden
- Nuttige functies op reisbestemmingen
- Het functiemenu [OPNAME] gebruiken
- Tekst Invoeren
- Geavanceerd (Terugspelen)
- Aansluiten op andere apparatuur
- Overige

Geavanceerd (Terugspelen)
- 90 -
Deze functie staat het u toe om beelden handmatig te draaien in stappen van 90o.
Selecteer [ROTEREN] op het [AFSPELEN] functiemenu. (P20)
Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
• Bewegende beelden en beveiligde opnamen kunnen niet
gedraaid worden.
Op 3/4 drukken om de richting te kiezen waarin u
het beeld wenst te draaien en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Druk op [‚] om terug te keren naar het menuscherm.
• Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
Aantekening
• Wanneer u opnamen terugspeelt op een PC, zouden deze niet afgebeeld kunnen worden in de
gedraaide richting tenzij het OS of de software compatibel is met Exif. Exif is een formaat voor
stilstaande opnamen waarmee opname-informatie enz. toegevoegd kan worden. Dit werd
vastgesteld door “JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries
Association)”.
• Het kan zijn dat u opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn, niet kunt draaien.
[ROTEREN]
: De opname draait rechtsom in stappen van 90o.
: De opname draait linksom in stappen van 90o.










