Operating Instructions
Table Of Contents
- Inhoud
- Voor Gebruik
- Voorbereiding
- Basiskennis
- Gevorderd (Opname van beelden)
- Over de LCD-monitor
- Beelden maken met de ingebouwde flits
- Close-up’s maken
- Opnamen maken met de zelfontspanner
- Belichtingscompensatie
- Beelden maken die met de scène die opgenomen wordt overeenkomen (Scènefunctie)
- Bewegende beelden
- Nuttige functies op reisbestemmingen
- Het functiemenu [OPNAME] gebruiken
- Tekst Invoeren
- Geavanceerd (Terugspelen)
- Aansluiten op andere apparatuur
- Overige

- 31 -
Basiskennis
• Alleen de volgende functies kunnen ingesteld worden in deze functie.
[OPNAME] functiemenu
–[FOTO RES.]
¢
(P70)/[BURSTFUNCTIE] (P76)/[KLEURFUNCTIE]
¢
(P77)/[STABILISATIE]
(P77)
¢ De instellingen die geselecteerd kunnen worden verschillen van wanneer andere [OPNAME]
functies gebruikt worden.
[SET-UP] menu
– [KLOKINST.]/[WERELDTIJD]/[TOON]/[TAAL]
• De instellingen van de volgende items zijn vastgesteld.
• De volgende functies kunt u niet gebruiken.
– [BELICHTING]/[DIG. ZOOM]
• De andere items op het [SET-UP] menu kunnen ingesteld worden in een functie als de normale
beeldfunctie. Wat ingesteld is zal weerkaatst worden in de Automatische Scènefunctie.
Instellingen Automatische Scènefunctie
Onderdeel Instellingen
[SLAAPSMODUS] (P24) [5MIN.]
[AUTO REVIEW] (P25) [2SEC.]
Flits (P43) /Œ
[GEVOELIGHEID] (P71) []
[WITBALANS] (P72) [AWB]
[AF MODE] (P74) š (Instellen op [ ] wanneer een gezicht niet opgespoord
kan worden)
[AF ASS. LAMP] (P78) [ON]
[RODE-OGEN CORR]
(P78)
[ON]










