Operating Instructions

Wi-Fi / Bluetooth [LAN/Wi-Fi setup] Menu
698
[Toestelnaam/Wachtwoord]
U kunt de cameranaam (SSID) en het wachtwoord veranderen.
Druk op [DISP.] om de apparaatnaam en het wachtwoord te veranderen.
Het aantal tekens dat u kunt invoeren is maximaal 32 voor de apparaatnaam en
tussen 8 en 63 voor het wachtwoord.
[LAN/Wi-Fi-functievergrend.]
U kunt een password instellen ter voorkoming van een onjuiste werking en het gebruik
van bedraad LAN/Wi-Fi-functies door een derde partij en om persoonlijke informatie te
beschermen die in de camera zelf gevonden kan worden dan wel op de beelden staat
die met de camera opgenomen zijn.
[Instellen]: Voer een 4-cijferig nummer in als het wachtwoord.
Is een password eenmaal ingesteld, dan wordt u gevraag het in te voeren wanneer u
[LAN/Wi-Fi setup] of [Streaming] selecteert.
[Annul]: Wis het password.
[Weergave netwerkadres (LAN)]
Geeft het MAC-adres en het IP-adres van de camera weer wanneer verbinding
gemaakt wordt via bedraad LAN.
[Weergave netwerkadres (Wi-Fi)]
Geeft het MAC-adres en het IP-adres van de camera weer wanneer verbinding
gemaakt wordt via Wi-Fi.
Als u het wachtwoord vergeet, kunt u [Resetten] in het [Set-up]
([Instelling])-menu gebruiken om de netwerkinstellingen te gebruiken en het
wachtwoord dus te resetten.
Tekens invoeren (Tekens invoeren: 101)