Operating Instructions

Wi-Fi / Bluetooth [LAN/Wi-Fi setup] Menu
697
[Instelling IP-adres (LAN)]
Stelt het IP-adres in wanneer verbinding gemaakt wordt via bedraad LAN.
U kunt selecteren om het IP-adres automatisch toe te wijzen met DHCP, of om
ongeacht welk statisch IP-adres in te stellen.
[DHCP-server]: Selecteer of de camera verbonden moet worden als de DHCP-server.
[DHCP-client]: Selecteer of de camera verbonden moet worden als de DHCP-client.
(Standaardinstelling)
[Statisch IP-adres]: Selecteer of tijdens het verbinden een IP gebruikt wordt die
ingesteld is in [Inst. statisch IP-adres].
[Inst. statisch IP-adres]: Stel het IP-adres in dat gebruikt moet worden in [Statisch
IP-adres].
[IP-adres]: De standaardinstelling is <192.168.0.2>.
[Subnet Mask]: De standaardinstelling is <255.255.255.0>.
[Standaard gateway]: De standaardinstelling is <192.168.0.1>.
Gebruik de correcte combinatie wanneer [IP-adres], [Subnet Mask] en [Standaard
gateway] ingesteld worden.
Raadpleeg de beheerder van het netwerk dat u gebruikt, voor gedetailleerde
informatie over de DHCP-instellingen en de instellingen van het statische IP-adres.
Nadat u de instellingen gewijzigd heeft in [Instelling IP-adres (LAN)], schakelt u de
camera uit en weer in.
[Wi-Fi-wachtwoord]
Wanneer verbinding met een smartphone gemaakt wordt, kunt u een password
gebruiken voor verbeterde veiligheid. (Verbinding maken met gebruik van
wachtwoordauthenticatie: 657)
U kunt het password veranderen door [Toestelnaam/Wachtwoord] te gebruiken.
([Toestelnaam/Wachtwoord]: 698)
[PC-verbinding]
U kunt de werkgroep instellen.
Om beelden naar een PC te zenden, moet verbinding gemaakt worden met dezelfde
werkgroep als de PC van bestemming.
(De standaardinstelling is “WORKGROUP”.)
Druk om de werkgroepnaam te veranderen op of en voer de nieuwe
werkgroepnaam in.
Om naar de fabrieksinstellingen terug te keren drukt op [DISP.].