Operating Instructions

Introductie – Namen van onderdelen
39
(1) Fotostijl ([Fotostijl]: 310)
(2) Niveaumeting ([Niveaumeting]: 594)
(3) Beeldkwaliteit ([Beeldkwaliteit]: 121)/
Fotoresolutie ([Fotoresolutie]: 119)
(4) AF-gebied (Handelingen met AF-gebied: 186)
(5) Focusmodus (Selecteren van de Focusmodus: 152, AF gebruiken: 154,
Opnemen met MF: 195)
(6) AF mode (De AF-modus selecteren: 170)
(7) Beeldstabilisatie (Beeldstabilisatie: 259)
(8) Focus (groen) (Basisbediening voor foto's: 114, AF gebruiken: 154)/
Opnamestatus (rood) (Basisbediening voor video's: 124, Hoge Resolutie
Modus: 216)
(9) Opnamefunctie (De opnamemodus selecteren: 76)
(10) Meetfunctie ([Meetfunctie]: 270)
(11) Sluitertijd (Basisbediening voor foto's: 114, Sluiter-Prioriteit AE-modus: 279)
(12) Diafragmawaarde (Basisbediening voor foto's: 114, Lensopening-Prioriteit
AE-modus: 276)
(13) Waarde belichtingscompensatie (Belichtingscompensatie: 289)/
Handmatige belichtingsassistentie (Handmatige belichtingsassistentie: 284)
(14) ISO-gevoeligheid (ISO-gevoeligheid: 295)
(15) Kaartslot (Kaarten plaatsen (optioneel): 57)/
Dubbele kaartslotfunctie ([Functie dubbel kaartslot]: 607)
(16) Aantal foto's dat kan worden gemaakt (Aantal foto's dat kan worden gemaakt
en video-opnametijd al naargelang opnamemedia: 812)/
Aantal foto's dat continu kan worden gemaakt (Aantal foto's dat continu
opgenomen kan worden: 213)
(17) Batterijaanduiding (S
troomaanduidingen: 52)
• Druk op [ ] om tussen weergeven/verbergen van de niveaumeting te
schakelen.