Operating Instructions

Witbalans / Beeldkwaliteit Lenscompensatie
335
Presets registreren
U kunt tot 12 reeksen compensatie-instellingen registreren.
1 Selecteer [PRESET] in [Compensatie kleurschaduw].
[ ]/[ ] [] [Compensatie kleurschaduw] [PRESET]
2 Selecteer ongeacht welke uit [INST.1] tot [INST.12] en druk op of .
3 Selecteer [Compenseren/Aanpassen] en druk dan op of .
4 Druk op [DISP.] terwijl het scherm gevuld is met een onderwerp dat geen
kleurvariatie heeft, zoals een wit of een grijs scherm.
De compensatie van de kleurvervaging wordt uitgevoerd. Druk op of
.
Als een bijkomende aanpassing nodig is, druk dan op 4 en maak de fijne
afstelling met de hand.
5 Selecteer [Brandpuntsafst.]/[Lensopening] en druk dan op of .
Druk op 21 om het item te selecteren en druk vervolgens op 34 om de
waarde in te voeren.
6 Selecteer [Notitie] en druk dan op of .
U kunt ongeacht welke informatie invoeren, zoals lensnaam, enz.
Er kunnen tot 26 tekens ingevoerd worden. Double-byte tekens worden als 2
tekens behandeld.
Tekens invoeren (Tekens invoeren: 101)
7 Druk op [DISP.] om de compensatie-instellingen te registreren.
Als [Compensatie kleurschaduw] werkt, wordt [ ] op het opnamescherm
weergegeven.
Als u een compensatie waarde aanpast die al geregistreerd is in [PRESET], dan
wordt [¢] weergegeven naast [ ].
Compensatiewaarden en aangepaste waarden die niet als presets geregistreerd
zijn, worden gewist nadat u het volgende doet:
Bedienen van de aan-/uit-schakelaar van de camera
Vervangen van de lens