Operating Instructions
Aandrijving / Sluiter / Beeldstabilisatie – Beeldstabilisatie
267
[Lensinformatie]
Registreer de informatie voor lenzen die niet kunnen communiceren met
de camera.
Zorg ervoor dat u de in-body beeldstabilisatie koppelt aan de informatie
van de lens die u registreert.
Druk op 34 om de lensinformatie te selecteren en druk vervolgens
op of .
•
In de standaardinstelling wordt de lensinformatie voor 6 lenzen met een
brandpuntsafstand tussen 24 mm en 135 mm geregistreerd.
Er kan lensinformatie voor 12 lenzen worden geregistreerd.
Lensinformatie registreren, wijzigen en verwijderen
1 Druk op 34 om de lensinformatie te selecteren en druk vervolgens op [DISP.].
• Als lensinformatie wordt geselecteerd die niet is geregistreerd, druk dan op
of om door te gaan naar stap 3.
2 Druk op 34 om [Bewerken], [Sorteren], of [Wissen] te selecteren en druk
vervolgens op of .
• U kunt de weergavevolgorde van de lensinformatie veranderen door [Sorteren]
te selecteren.
• De lensinformatie wordt verwijderd wanneer u [Wissen] selecteert.
• U kunt de lensinformatie niet verwijderen voor een lens die wordt gebruikt.
3 Voer de lensinformatie in.
• De lensinformatie verandert als de lensinformatie al is geregistreerd.
4 (Als lensinformatie wordt geselecteerd die niet is geregistreerd) Druk op [DISP.]
om de lensinformatie te registreren.










