Operating Instructions
Camera-aanpassing – [Voorkeuze]-menu
548
[WB/ISO/Expo.-knop]
[Instellingen ISO-weergave]
[Inst. belichtingscomp scherm]
[WHILE PRESSING] / [AFTER PRESSING1] / `[AFTER PRESSING2]
Dit stelt de handeling in die uitgevoerd moet worden als op [WB] (Witbalans), [ISO]
(ISO-gevoeligheid) of [ ] (Belichtingscompensatie) gedrukt wordt.
[WHILE PRESSING]: Stelt u in staat de instelling te veranderen terwijl op de knop
gedrukt wordt en die ingedrukt gehouden blijft. Laat de knop los om de
instellingswaarde te bevestigen en terug te keren naar het opnamescherm.
[AFTER PRESSING1]: Druk op de knop om de instellingen te wijzigen. Druk
opnieuw op de knop om de instellingswaarde te bevestigen en terug te keren naar
het opnamescherm.
[AFTER PRESSING2]: Druk op de knop om de instellingen te wijzigen. Iedere druk
op de knop schakelt de instellingswaarde om. (Met uitzondering van de
belichtingscompensatie) Om uw selectie te bevestigen en terug te keren naar het
opnamescherm, drukt u de sluiterknop tot halverwege in.
[Voorste/achterste wielen]
`[ / ] / [ / ] / [OFF/ ] /
[ / ] / [ /OFF]
Dit stelt de werking van de draaiknoppen in het instellingenscherm voor
ISO-gevoeligheid in.
Met toewijzen van [ ] kunt u [ISO Auto Bovenl. Inst.] wijzigen.
[Cursorknoppen (omh./oml.)] []/ `[OFF]
Dit stelt de werking in van de 34 knoppen in het belichtingscompensatiescherm.
Met toewijzen van [ ] kunt u belichtingsbracket instellen.
[Voorste/achterste wielen]
`[ / ] / [ / ] / [OFF/ ] /
[ / ] / [ /OFF]
Dit stelt de werking van de draaiknoppen in het belichtingscompensatiescherm in.
Met toewijzen van [ ] kunt u de uitvoer van de flitsersterkte aanpassen.










