Operating Instructions

Introductie Namen van onderdelen
38
(1) Fotostijl (Î[Fotostijl]: 301)
(2) Niveaumeting (Î[Niveaumeting]: 561)
(3) Beeldkwaliteit (Î[Beeldkwaliteit]: 120)/
Fotoresolutie (Î[Fotoresolutie]: 118)
(4) AF-gebied (ÎHandelingen met AF-gebied: 181)
(5) Focusmodus (ÎSelecteren van de Focusmodus: 147, AF gebruiken: 149,
Opnemen met MF: 190)
(6) AF mode (ÎDe AF-modus selecteren: 165)
(7) Beeldstabilisatie (ÎBeeldstabilisatie: 250)
(8) Focus (groen) (ÎBasisbediening voor foto's: 113, AF gebruiken: 149)/
Opnamestatus (rood) (ÎBasisbediening voor video's: 123, Hoge Resolutie
Modus: 211)
(9) Opnamefunctie (ÎDe opnamemodus selecteren: 75)
(10) Meetfunctie (Î[Meetfunctie]: 261)
(11) Sluitertijd (ÎBasisbediening voor foto's: 113, Sluiter-Prioriteit AE-modus: 270)
(12) Diafragmawaarde (ÎBasisbediening voor foto's: 113, Lensopening-Prioriteit
AE-modus: 267)
(13) Waarde belichtingscompensatie (ÎBelichtingscompensatie: 280)/
Handmatige belichtingsassistentie (ÎHandmatige belichtingsassistentie: 275)
(14) ISO-gevoeligheid (ÎISO-gevoeligheid: 286)
(15) Kaartslot (ÎKaarten plaatsen (optioneel): 56)/
Dubbele kaartslotfunctie (Î[Functie dubbel kaartslot]: 574)
(16) Aantal foto's dat kan worden gemaakt (ÎAantal foto's dat kan worden gemaakt
en video-opnametijd met kaarten: 743)/
Aantal foto's dat continu kan worden gemaakt (ÎAantal foto's dat continu
opgenomen kan worden: 208)
(17) Batterijaanduiding (ÎS
troomaanduidingen: 51)
Druk op [ ] om tussen weergeven/verbergen van de niveaumeting te
schakelen.