Operating Instructions
Focus / Zoom – AF gebruiken
149
AF gebruiken
≥[AF Aang. Inst.(Foto)]: 154
≥[Focus beperken]: 157
≥[AF ass. lamp]: 159
≥[AF-beweegsnelh. van 1-zone]: 160
≥[AF-microaanpassing]: 161
AF (Auto Focus) betekent automatisch scherpstelling.
Selecteer de focusmodus en de Af-modus die geschikt is voor het
onderwerp en de scène.
1
Zet de focusmodus op [AFS] of [AFC].
≥Stel de hendel van de focusmodus in. (ÎSelecteren van de
Focusmodus: 147)
2
Selecteer de AF mode.
≥Druk op [ ] om het selectiescherm van de AF mode weer te
geven en stel in met gebruik van of . (ÎDe AF-modus
selecteren: 165)
•
In de [iA]-modus zal iedere druk op [ ] het schakelen tussen [ ] en
[ ] tot gevolg hebben. (ÎAF-modus: 105)










