Operating Instructions

187
10. De menufuncties gebruiken
De camera stelt het brandpunt automatisch in als de oogsensor actief is.
Dit verandert de instelling voor een vergrote weergave die verschijnt als de Auto
Focusmodus op [ ] gezet is.
Dit schakelt het AF Assist-lampje in voor een gemakkelijker scherpstelling als u de
sluiterknop tot halverwege indrukt terwijl de foto op een donkere plaats gemaakt wordt.
Verplaatst de AF-zone of de MF Assist, door de cursorknop te gebruiken wanneer een
opname gemaakt wordt.
[Oogsensor AF]
De [Oogsensor AF] werkt misschien niet onder omstandigheden met gedimd licht.
[Spot AF-Instelling]
[Spot AF tijd]
Stelt in hoe lang het vergrote scherm weergegeven wordt wanneer
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt.
[Spot AF weergave]
Stelt de weergavemodus van het vergrote scherm in (vensterscherm/
volledig scherm).
[AF ass. lamp]
Het effectieve bereik van het AF Assist-lampje is 1,5 m.
[AF ass. lamp] staat in het volgende geval vast op [OFF]:
Wanneer [Stille modus] op [ON] gezet is
[Direct focuspunt]
U kunt onderstaande posities verplaatsen met de cursorknop.
–Als [š]/[ ]/[ ]/[Ø] geselecteerd is: AF-zone
Als [ ] geselecteerd is: vergrendelde positie
– Als [ ] geselecteerd is: vergrote zone
Gebruik het Quick Menu (P49) of de functieknoppen (P50) om de functies in te stellen die aan
de cursorknop toegekend zijn, zoals witbalans en ISO-gevoeligheid.
[Direct focuspunt] staat in het volgende geval vast op [OFF]:
Als [Filterinstellingen] gebruikt wordt