Operating Instructions

Introductie Namen van onderdelen
38
(1) Fotostijl (Î[Fotostijl]: 307)
(2) Niveaumeting (Î[Niveaumeting]: 573)
(3) Beeldkwaliteit (Î[Beeldkwaliteit]: 123)/
Fotoresolutie (Î[Fotoresolutie]: 121)
(4) AF-gebied (ÎVerplaatsing AF Area: 187)
(5) Focusmodus (ÎSelecteren van de Focusmodus: 153, AF gebruiken: 155,
Opnemen met MF: 195)
(6) AF mode (ÎDe AF-modus selecteren: 167)
(7) Beeldstabilisatie (ÎBeeldstabilisatie: 259)
(8) Focus (groen) (ÎBasisbediening voor foto's: 118, AF gebruiken: 155)/
Opnamestatus (rood) (ÎBasisbediening voor video's: 126, Hoge Resolutie
Modus: 220)
(9) Opnamefunctie (ÎDe opnamemodus selecteren: 79)
(10) Meetfunctie (Î[Meetfunctie]: 268)
(11) Sluitertijd (ÎBasisbediening voor foto's: 118, Sluiter-Prioriteit AE-modus: 277)
(12) Diafragmawaarde (ÎBasisbediening voor foto's: 118, Lensopening-Prioriteit
AE-modus: 274)
(13) Waarde belichtingscompensatie (ÎBelichtingscompensatie: 287)/
Handmatige belichtingsassistentie (ÎHandmatige belichtingsassistentie: 282)
(14) ISO-gevoeligheid (ÎISO-gevoeligheid: 294)
(15) Kaartslot (ÎKaarten plaatsen (optioneel): 60)/
Dubbele kaartslotfunctie (Î[Functie dubbel kaartslot]: 587)
(16) Aantal foto's dat kan worden gemaakt (ÎAantal foto's dat kan worden gemaakt
en video-opnametijd met kaarten: 770)/
Aantal foto's dat continu kan worden gemaakt (ÎAantal foto's dat continu
opgenomen kan worden: 216)
(17) Batterijaanduiding (ÎS
troomaanduidingen: 55)
Druk op [ ] om tussen weergeven/verbergen van de niveaumeting te
schakelen.