Operating Instructions

15. Wi-Fi/Bluetooth [Wi-Fi setup]-menu
674
[Wi-Fi setup]-menu
Dit configureert de instellingen die vereist worden voor de Wi-Fi functie.
De instellingen kunnen niet veranderd worden als er een Wi-Fi-verbinding
is.
1
Het [Wi-Fi setup] weergeven.
¨ [ ] ¨ [ ] ¨ [Wi-Fi] ¨ [Wi-Fi setup]
[Prioriteit van apparaat op afstand]
Dit stelt of de camera of de smartphone in als bedieningsapparaat met
voorrang, dat gebruikt moet worden bij remote opnames.
(ÎBedieningsmethode tijdens remote opnames: 633)
[Wi-Fi-wachtwoord]
U kunt een wachtwoord gebruiken om verbinding te maken, voor verhoogde
veiligheid. (ÎVerbinding maken met gebruik van wachtwoordauthenticatie:
624)
[PC-verbinding]
U kunt de werkgroep instellen.
Om beelden naar een PC te zenden, moet verbinding gemaakt worden met
dezelfde werkgroep als de PC van bestemming.
(De standaardinstelling is “WORKGROUP”.)
Druk om de werkgroepnaam te veranderen op of en voer de
nieuwe werkgroepnaam in.
Tekens invoeren (ÎTekens invoeren: 609)
Om naar de fabrieksinstellingen terug te keren drukt op [DISP.].