Operating Instructions
15. Wi-Fi/Bluetooth – Beelden uit de camera verzenden
647
Beelden uit de camera verzenden
≥[Smartphone]: 651
≥[PC]: 655
≥[Printer]: 659
Bedien de camera om de opgenomen beelden naar een apparaat te
zenden dat verbonden is via Wi-Fi.
Bedieningsvolgorde
1
Selecteer de verzendingsmethode.
Selecteer de verzendmethode uit de [Afbeeldingen versturen tijdens
opname] en [Afbeeldingen versturen van camera] cameramenu's.
2
Selecteer de bestemming (type doelapparaat).
• [Smartphone] (Î[Smartphone]: 651)
• [PC] (Î[PC]: 655)
• [Printer] (Î[Printer]: 659)
3
Selecteer de verbindingsmethode en maak vervolgens
verbinding via Wi-Fi.
• [Via netwerk] (Î[Via netwerk]: 662)
• [Direct] (Î[Direct]: 666)
4
Controleer de verzendingsinstellingen.
Verander de verzendingsinstellingen als dat nodig is.
• Instellingen voor het verzenden van beelden (ÎInstellingen voor het
verzenden van beelden: 671)










