Operating Instructions
14. Menugids – [Video]-menu
536
[Niveau masterpedestal]
[SS/gain bediening]
[Int. dynamisch bereik]
[Vignetteercomp.]
[j15] tot [15] (`[0])
U kunt het zwartniveau aanpassen dat als referentie voor de beelden dient.
(Î[Niveau masterpedestal]: 358)
`[SEC/ISO]/[ANGLE/ISO]/[SEC/dB]
U kunt de waarde-eenheden van de sluitertijd en de gain (gevoeligheid)
omschakelen.
(Î[SS/gain bediening]: 370)
[AUTO]/[HIGH]/[STANDARD]/[LOW]/`[OFF]
Contrast en belichting worden gecompenseerd als het verschil in helderheid tussen
de achtergrond en het onderwerp groot is.
(Î[Int. dynamisch bereik]: 520)
[ON]/`[OFF]
Wanneer de schermomtrek donkerder wordt wegens de eigenschappen van de lens,
kunt u foto’s maken met de helderheid van de schermomtrek gecorrigeerd.
(Î[Vignetteercomp.]: 521)










