Operating Instructions

13. Camera-aanpassing [Camera-inst. Opsl./Herstel.]
505
[Camera-inst. Opsl./Herstel.]
Slaat de informatie van de camera-instellingen op de kaart op.
De opgeslagen informatie van de instellingen kan in de camera geladen
worden zodat u dezelfde instellingen op meerdere camera's kunt instellen.
¨ [ ] ¨ [ ] ¨ Selecteer [Camera-inst. Opsl./Herstel.]
[Opsl.]
Slaat de informatie van de camera-instellingen op de kaart op.
Als nieuwe gegevens opgeslagen worden, selecteer dan
[Nieuw Bestand], en als over een bestaand bestand heen
geschreven wordt, selecteer dan dat bestaande bestand.
Als [Nieuw Bestand] geselecteerd is, wordt een scherm
weergegeven voor de selectie van de bestandsnaam die
opgeslagen moet worden.
[OK]:
Het opslaan vindt plaats met de bestandsnaam op het scherm.
[Wijzig bestandsn.]:
Verandert de bestandsnaam en slaat het bestand op.
Beschikbare lettertekens: alfabetische lettertekens
(hoofdletters), numerieke lettertekens, tot 8 lettertekens
Tekens invoeren (ÎTekens invoeren: 609)
[Laden]
Laad de instellinginformatie die op de kaart staat en kopieert
deze naar de camera.
[Wissen] Wist de instellingsinformatie op de kaart.
[Houd inst. bij
formatteren]
Bij het formatteren van de kaart, wordt de kaart geformatteerd
terwijl de informatie van de camera-instellingen op de kaart blijft
opgeslagen.