Operating Instructions

13. Camera-aanpassing Fn-knoppen
478
[Focus/Sluiter]
[AF mode] (ÎDe AF mode selecteren: 135)
[AF Aang. Inst.(Foto)] (Î[AF Aang. Inst.(Foto)]: 132)
[AF Aang. Inst.(Video)] (Î[AF Aang. Inst.(Video)]: 355)
[Focus Peaking] (Î[Focus Peaking]: 541)
[Gevoeligheid Focus Peaking] (Î[Focus Peaking]: 541)
[AF-beweegsnelh. van 1-zone] (Î[AF-beweegsnelh. van 1-zone]: 541)
[Vergrendeling focusring] (Î[Vergrendeling focusring]: 555)
[AE LOCK] (ÎFocus en belichting vergrendelen (AF/AE vergrendeling): 271)
[AF LOCK] (ÎFocus en belichting vergrendelen (AF/AE vergrendeling): 271)
[AF/AE LOCK] (ÎFocus en belichting vergrendelen (AF/AE vergrendeling): 271)
[AF AAN]
AF werkt.
[AF-AAN: Verleg focus dichtbij]
AF geeft tijdens de werking prioriteit aan close-up onderwerpen.
[AF-AAN: Verleg focus veraf]
AF geeft tijdens de werking prioriteit aan verre onderwerpen.
[Vergroting AF-punt] (ÎDe positie van het AF-gebied vergroten ([Vergroting
AF-punt]): 131)
[Focus instellen]
Geeft het overgangsscherm van AF Area/MF Assist weer.
[Flitser]
[Flitserfunctie] (Î[Flitserfunctie]: 309)
[Flitser instel.] (Î[Flitser instel.]: 313)
[Draadloze Flitser instellen] (ÎOpnames maken met een draadloze flitser: 317)