Operating Instructions

12. Beelden afspelen en bewerken [RAW-verwerking]
463
Items instellen ([RAW-verwerking])
[Start verwerking] Slaat het beeld op.
[Witbalans]
Selecteert de witbalans en past die aan.
Door het item met [ ] te selecteren, kan het
verwerkt worden met dezelfde instelling als die van
het tijdstip van de opname.
Als u op 4 drukt in het selectiescherm van
[Witbalans], verschijnt het scherm voor de afstelling
van de witbalans.
Als u op 3 drukt terwijl [ ] op [ ] van
geselecteerd is, verschijnt het scherm voor de
instelling van de kleurtemperatuur.
[Helderheidcorrectie]
Corrigeert de helderheid.
Het [Helderheidcorrectie]-effect verschilt van het
effect van de belichtingscompensatie tijdens de
opname.
[Fotostijl]
Selecteert een Fotostijl.
Als u op [Q] drukt terwijl [Als709] is geselecteerd,
verschijnt het scherm voor de knie-instelling.
(ÎOpnemen terwijl de overbelichting (Knee)
gecontroleerd wordt: 360)
U kunt geen Fotostijl selecteren voor beelden die
zijn opgenomen met [V-Log L]. U kunt [V-Log L] niet
selecteren voor beelden die niet zijn opgenomen
met [V-Log L].
U kunt geen andere Fotostijl selecteren dan
[Cinelike D2] of [Cinelike V2] voor beelden die zijn
opgenomen met [Cinelike D2] of [Cinelike V2]. U
kunt [Cinelike D2] of [Cinelike V2] niet selecteren
voor beelden die niet zijn opgenomen met Fotostijl
[Cinelike D2] of [Cinelike V2].
1 4