Operating Instructions
9. Flitser – Flitser instellen
309
[Flitserfunctie]
Stelt de flitsmodus in.
1
¨ [ ] ¨ [ ] ¨ Selecteer [Flitserfunctie]
[ ] (Flitser altijd aan)/[ ] (Altijd aan/Rode ogen)
De flitser wordt telkens geactiveerd, ongeacht de opname-omstandigheden.
Dit is geschikt voor opnames met achtergrondverlichting of bij een verlichting
zoals fluorescent licht.
[ ] (Langzame synchr.)/[ ] (Langzame synchr./Rode ogen)
Wanneer opnames worden gemaakt tegen een nachtlandschap, zal dit de
sluitertijd vertragen wanneer de flitser flitst om niet alleen het object, maar ook
om het nachtlandschap helderder te maken.
• Langere sluitertijden kunnen wazige beelden tot gevolg hebben. Om dit te
vermijden, raden wij aan een statief te gebruiken.
[ ] (Flitser geforceerd uit)
De flitser wordt niet geactiveerd.










