Operating Instructions

6. Aandrijving / Sluiter / Beeldstabilisatie Beeldstabilisator
247
[Bedieningsstand]
Stel de stabilisatiebeweging (wazig) in om bij de opnamemethode
(normaal, panning) te passen.
De [Bedieningsstand] die ingesteld kan worden zal variëren afhankelijk van de
gebruikte lens.
Als lenzen met een O.I.S.-schakelaar gebruikt worden, kan de bedieningsstand van
de camera niet op [OFF] gezet worden. Zet de schakelaar op de lens op [OFF].
Als de volgende functies gebruikt worden, schakelt [Bedieningsstand] naar [ ]
([Normaal]):
[ ]-modus
Video-opnames/[6K/4K-FOTO]/[Post-Focus]
Als de volgende functies gebruikt worden, is [E-stabilisatie (Video)] niet
beschikbaar:
[Variabele beeldfreq.]
[Live Bijsnijden]
[Normaal]
Corrigeert verticale, horizontale en draaiende
camerabewegingen.
Deze functie is geschikt voor gewone opnames.
[Pannen (links/
rechts)]
Corrigeert verticale camerabewegingen.
Dit is geschikt voor horizontale panning.
[Pannen
(omhoog/
omlaag)]
Corrigeert horizontale camerabewegingen.
Dit is geschikt voor verticale panning.
[OFF] Zet de beeldstabilisatiefunctie op OFF.