Operating Instructions

5. Focus/Zoom Met MF opnemen
173
U kunt het MF assist-scherm ook weergeven door op [ ] te drukken.
Het kan zijn dat MF Assist of MF-gids niet weergegeven worden, afhankelijk van
de gebruikte lens. U kunt MF Assist hoe dan ook weergeven door de camera
rechtstreeks te bedienen met gebruik van het aanraakscherm of een knop.
Door tijdens MF op [AF ON] te drukken, zal AF geactiveerd worden.
Het referentieteken van de opname-afstand duidt op de positie van het
beeldvormingsoppervlak. Dit wordt de referentie wanneer de opname-afstand
gemeten wordt.
U kunt de Focuspeaking-gevoeligheid en de weergavemethode wijzigen:
[] ¨ [ ] ¨ [Focus Peaking] (Î[Focus Peaking]: 524)
U kunt de MF Assistpositie apart onthouden voor verticale en horizontale
standen:
[] ¨ [ ] ¨ [Focusoversch. vr Ver./ Hor.] (Î[Focusoversch. vr Ver./ Hor.]:
166)
U kunt de weergavemethode van het vergrote scherm veranderen:
[] ¨ [ ] ¨ [MF assist] (Î[MF assist]: 554)
U de weergave-toestellen van de MF-gids veranderen:
[] ¨ [ ] ¨ [MF-gids] (Î[MF-gids]: 555)
U kunt de werking van de focusring uitschakelen:
[] ¨ [ ] ¨ [Vergrendeling focusring] (Î[Vergrendeling focusring]: 555)
U kunt de beweging van de MF Assist-positie op loop instellen:
[] ¨ [ ] ¨ [Loop verpl. focus kader] (Î[Loop verpl. focus kader]: 557)
De camera slaat het focuspunt op wanneer u hem uitschakelt:
[] ¨ [ ] ¨ [Lenspositie Hervatten] (Î[Lenspositie Hervatten]: 580)
De hoeveelheid focusbeweging kan ingesteld worden:
[] ¨ [ ] ¨ [Bediening focusring] (Î[Bediening focusring]: 581)