Operating Instructions
47
2. Opstarten/Basisbediening
∫ Instellen van de werkmethoden van de modusknop op de voorkant en de
modusknop op de achterkant
De bedieningsfunctieknop draaien:
Voert de selectie van items of de instelling van waarden, enz., uit.
• De werking van de rotatie van de bedieningsknop wordt
verderop in deze gebruiksaanwijzing getoond.
Voorbeeld: als u de bedieningsknop naar links of naar rechts
draait:
> [Voorkeuze] > [Bediening] > [Instellingen wieltje]
[Wieltje toewijzen (F/SS)]
Kent de bediening van de lensopeningwaarde en de sluitertijd
toe in de handmatige belichtingsmodus.
[F SS]:
Kent de lensopeningwaarde toe aan de modusknop op de
voorkant en de sluitertijd aan de modusknop op de achterkant.
[SS F]:
Kent de sluitertijd toe aan de modusknop op de voorkant en de
lensopeningwaarde aan de modusknop op de achterkant.
[Draairichting (F/SS)]
Verandert de rotatierichting van de modusknoppen voor het
instellen van de lensopeningwaarde en de sluitertijd.
[]/[]
[Belichtingscomp.]
Kent de belichtingscompensatie toe aan de modusknop op de
voorkant of aan de modusknop op de achterkant, zodat deze
onmiddellijk bijgesteld kan worden.
[] (Modusknop op de voorkant)/[ ] (Modusknop op de
achterkant)/[OFF]
[Instelling dialwerking]
Stelt de items in die tijdelijk aan de modusknoppen op de voor-/
achterkant toegekend moeten worden wanneer u op de
functieknop drukt waaraan [Dialwerking] toegekend is.
[] ([Dialwerking])/[ ] ([Dialwerking])
• De volgende items kunnen ingesteld worden.
– [Fotostijl] (P208)
– [Filtereffect] (P78, 210)
– [Aspectratio] (P205)
– [AF mode] (P91)
– [6K/4K-FOTO] (P116)
– [Schaduw markeren]
(P212)
– [Int.dynamiek] (P213)
– [I.resolutie] (P213)
–[Flitserfunctie] (P156)
– [Flitser instel.] (P158)
– [Gevoeligheid] (P107)
– [Witbalans] (P109)
• [Schaduw markeren] maakt gebruik van de twee
draaiknoppen.
Bedieningsfunctieknop
MENU










